De gemeente Waasmunster actualiseert het kermisreglement n.a.v. de wetgeving die van start gaat vanaf 1 april 2024, het vorig reglement dateert van 27/09/2007.
De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:
1. Voorafgaande machtiging niet langer nodig.
Foorreizigers moeten nu enkel nog correct ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) om kermisactiviteiten uit te oefenen. Organisatoren en controle-instanties kunnen de nodige informatie over de foorreizigers vinden in de KBO. Deze verandering geldt ook voor buitenlandse foorreizigers. Andere wetgeving, zoals die over verzekeringen, volksgezondheid en veiligheidsattesten, blijft van toepassing.
2 Voorwaarden verzekering, volksgezondheid, veiligheidsattesten en bewijs DIV nu gekoppeld aan de toelating.
Vanaf heden zijn verzekeringen, volksgezondheid en veiligheidsattesten vereist voor het uitoefenen van kermisactiviteiten. Deze voorwaarden worden gekoppeld aan de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen en vereisen bewijs van verzekering en veiligheid voor kermisattracties en speeltoestellen. Het ontvangstbewijs van de opstellingsinspectie wordt afgeschaft, terwijl nieuwe voorwaarden worden toegevoegd aan de wetgeving voor kermisactiviteiten.
3 Nieuwe regel overdracht standplaats met abonnement.
Wanneer een foorreiziger een standplaats met abonnement overdraagt, is die vanaf heden niet meer verplicht om de attractie of vestiging mee over te dragen. De foorreiziger kan hierdoor het aantal standplaatsen geleidelijk aan afbouwen, zonder telkens de attractie of de vestiging te moeten verkopen.
4 Wijziging minimumopzegtermijn bij definitief opheffen van een standplaats.
Vanaf heden gelden nieuwe minimumtermijnen voor het opheffen van standplaatsen op openbare kermissen:
Opheffing van de kermis of een deel van de standplaatsen: 12 maanden vooropzeg.
Definitieve verhuizing van de kermis: 6 maanden vooropzeg.
In geval van absolute noodzaak is er geen minimumtermijn vereist.
5 Efficiëntere controle, opvragen identiteitsbewijs mogelijk.
Vanaf heden zal de controle voor het verkrijgen of behouden van een standplaats worden uitgevoerd op basis van actuele gegevens en kan het identiteitsbewijs worden gevraagd om de hoedanigheid van de persoon te controleren.
Juridisch kader
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023 artikelen 8 tot en met 10,
Overwegende dat volgens artikel 8 §1 van de wet van 25 juni 1993 de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement,
Overwegende dat volgens artikel 9 § 1 van de wet van 25 juni 1993 de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement
Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen,
AFDELING 1 : Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen
Artikel 1 Toepassingsgebied (wet art. 1 5°, art. 2 §2)
Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.
Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.
Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties.
Artikel 2 Gegevens van openbare kermissen (wet art. 8 §2)
Op het openbaar domein gaan volgende openbare kermissen door:
Jaarmarkt paasmaandag
1000-appels Kermis 1e zondag van mei
Ruiterkermis 4e zondag van mei
Statiekermis 21 juli of zondag erna
Kleine kermis St-Anna 26 juli of zondag erna
Sombekekermis zondag na 16 augustus
Ruyterfeesten laatste weekend van augustus
Hertkermis woensdag na Sombeke-kermis
Vestjeskermis 3de zondag van september
Grote kermis St-Anna 4de zondag van september
Plan met standplaatsen zijn terug te vinden bij de bevoegde diensten.
De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.
De gemeenteraad geeft volmacht aan het College van Burgemeester en Schepenen om de data voor de kermissen te bepalen.
Artikel 3. Voorwaarden inzake toewijzing van de standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10§1 en het KB art.4§2 en art.10)
De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen: aan: de houders van een ondernemingsnummer dat kermisactiviteiten toelaat via de persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt. Deze persoon moet desgevallend de stukken voorleggen die de volgende zaken aantonen:
- de uitbater is behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en brandrisico's;
- de uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging als ze zich op eigen kracht voortbeweegt of van het voertuig dat de kermisattractie of uitgebate vestiging vervoert
- als het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft voldoet het toestel aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen;
- als het een speeltoestel betreft: de attractie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen;
- de vestiging van kermisgastronomie en de personen die er werken voldoen aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.
De gemeente kan altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.
Artikel 4. Verhouding abonnement – losse plaatsen (KB art. 8, 9§1
De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel
De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:
- in geval van absolute noodzaak;
- wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis. (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties)
De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende vijf opeenvolgende jaren.
Voor de berekening van de termijn worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.
De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.
Artikel 5. Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen. (KB art. 13)
5.1 Vacature en kandidaatstelling standplaats (KB art. 13 en 14)
Wanneer een standplaats vrijkomt zal de burgemeester, deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving via de website van de gemeente www.waasmunster.be. en door aanplakking op de gemeentelijke aanplakborden.
De kandidaturen worden digitaal ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.
Kandidaturen kunnen ook ingediend worden via een aangetekende brief met ontvangstmelding, of door een brief met ontvangstbewijs die wordt neergelegd op de plaats die aangewezen is in de kennisgeving van de vacature.
5.2 Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)
Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.
De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:
a) de aard van de attractie of van de vestiging;
b) de technische specificatie van de attractie of van de vestiging;
c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;
e) de deskundigheid van de uitbater, van de “aangestelde – verantwoordelijken” en van het tewerkgesteld personeel;
f) desgevallend, de nuttige ervaring;
g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.
Als de burgemeester of zijn afgevaardigde op basis van deze criteria, geen onderscheid tussen de kandidaturen kan maken, is een loting mogelijk..
Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.
Dit kan geraadpleegd worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.
5.3 Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15§5)
Het college van burgemeester en schepenen deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing mee die hem aanbelangt mee op één van volgende wijzen
- bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;
- bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding
- per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding
Artikel 6. Het register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16)
Een register of plan wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats: de volgende zaken worden vermeld
a) de situering van de standplaats;
b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats
c) de duur en het gebruiksrecht van het abonnement
d) de naam, voornaam en adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;
e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;
f) het ondernemingsnummer;
g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is; met vermelding van de technische specificaties
h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld;
i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de datum van de overdracht.
Artikel 7. Spoedprocedure (KB art. 17)
Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,
- omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure conform artikel 5 van onderhavig reglement
- omdat zij dit in die tussentijd vacant zijn geworden
- ten gevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder kan er voorzien worden in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:
1. gemeente raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;
2. de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij tegen een schriftelijk ontvangstbewijs;
3. de gemeente gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen en geeft hiervan kennis aan het college van burgemeester en schepenen;
4. hij stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;
5. indien meerdere kandidaten naar éénzelfde standplaats dingen, geeft hij in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan;
6. hij deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager met ontvangstmelding, de beslissing mee die hem aanbelangt.
Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.
De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van het eerstvolgende college van burgemeester en schepenen, al naargelang het geval.
Artikel 8. Duur van het abonnement (KB art. 12 § 1 en 2)
Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.
Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bij het opschorten zoals vermeld in artikel 9 van onderhavig reglement, of het afstand doen van het abonnement zoals vermeld in artikel 10 van onderhavig reglement.
De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur krijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van de gemeente.
De huidige contractuele standplaatsen zijn afgesloten voor de periode van januari 2024 tot en met 31 december 2029 en van toepassing op kermisattractie of vestigingen.
Artikel 9. Opschorten van het abonnement (KB. Art. 12 § 3)
De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer hij:
1. tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:
- door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest
- door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.
De opschorting gaat onmiddellijk in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt onmiddellijk op na de bekendmaking van het hernemen van de activiteiten.
Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.
2. over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.
De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgde jaren overschrijden.
De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.
De vraag tot opschorting dient te gebeuren:
- bij ter post aangetekende brief met ontvangstmelding;
- bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvang stmelding;
- per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.
De gemeente bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.
Artikel 10 Afstand van het abonnement (KB art. 12 § 4)
De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:
- bij de vervaldag van het abonnement, mits eens opzegtermijn van tenminste drie maanden;
- bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van drie maanden;
- indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9-1° van onderhavig reglement. De opzegging gaat in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid. ,
De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven dan deze vermeld in het eerste lid. De burgemeester of zijn afgevaardigde beslissen over deze aanvraag.
De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij houder was.
De vraag tot afstand dient te gebeuren
- bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;
- of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;
- of per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.
De gemeente bevestigt de ontvangst ervan.
Artikel 11. Schorsing en opzegging van het abonnement.(KB art 12 § 6)
Het college van burgemeester en schepenen kan het abonnement intrekken of opschorten:
- 1 omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten voorzien in het KB of aan deze die van toepassing op de betrokken attractie of vestiging.
- 2. hetzij bij niet of laattijdige betaling van de standplaatsvergoeding.
- 3. hetzij bij afwezigheid zonder voorafgaandelijke verwittiging.
- 4. wanneer bij gemotiveerd besluit van het college van burgemeester en schepenen de kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven. De gemeente moet in dit geval de houder van het abonnement een vooropzegtermijn geven die niet korter mag zijn dan 1 jaar, behalve in geval van dringende noodwendigheid.
Artikel 12. Overdracht van standplaats (KB art. 18)
De overdracht van een standplaats is toegelaten aan de overnemer:
- die in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven is voor het uitbaten
van een kermisattractie of een vestiging van kermisgastronomie
- en die de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats. Een wijziging van specialisatie of technische specificatie is in uitzonderlijke gevallen mogelijk na voorafgaande toelating van de gemeente .
Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de burgemeester of zijn afgevaardigde.
De inname van de overgedragen standplaats door de overnemer is pas toegelaten als de burgemeester, zijn afgevaardigde heeft vastgesteld dat de overnemer voldoet aan de bepalingen van artikel 3 van dit reglement.
Artikel 13. Inname standplaatsen (KB art. 11)
De standplaatsen die zijn toegewezen aan de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, kunnen ingenomen worden door de volgende personen:
1° de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, die een kermisactiviteit uitoefenen;
2° de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;
3° de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;
4° de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een kermisactiviteit voor eigen rekening uitoefenen;
5° de personen die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke personen, maatschap of rechtspersonen, vermeld in punt 1° tot en met 4°.
De personen, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 5°, kunnen de standplaatsen innemen die toegewezen zijn aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon of maatschap voor wiens rekening of wiens dienst ze de kermisactiviteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen
Artikel 14. Retributie standplaatsen.
De retributie voor de standplaatsen op de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein wordt bij afzonderlijk besluit vastgesteld.
Artikel 15. Opstellen – uitbating en afbreken van de kermisattracties en vestigingen met kermisgastronomie.
15.1 Het kermismateriaal wordt slechts op het foorterrein toegelaten vanaf de woensdagmiddag die de desbetreffende kermis voorafgaat om 12.00 uur.
Voor de jaarmarktkermis wordt bepaald kermismateriaal reeds op het foorterrein toegelaten vanaf de woensdag om 08.00 uur die voormelde kermissen voorafgaat. De betrokken standhouders worden hiervan vooraf verwittigd door de foormeester.
Op het foorterrein mogen alleen die wagens geplaatst worden welke onmisbaar zijn voor de exploitatie van de kermisattracties en de vestigingen met kermisgastronomie.
Alleen de aangestelde foormeester zal oordelen welke bijkomende wagens of andere voorwerpen op het foorterrein toegelaten worden.
Op het foorterrein zullen geen woonwagens en/of slaapwagens worden toegelaten die niet voorzien zijn van chemische toiletten of andere, die als volstrekt hygiënisch kunnen aanvaard worden. Blijven de eigenaars in gebreke om met vereiste spoed de bevelen tot het verplaatsen of verwijderen van de desbetreffende wagens uit te voeren, dan kan dit gebeuren door de zorgen van het gemeentebestuur, op kosten en risico’s van de nalatige kermisuitbater.
15.2 Bij het opstellen van de kermisattracties en vestigingen met kermisgastronomie moeten de laadwagens, zodra zij afgeladen zijn, onmiddellijk van het foorterrein verwijderd worden.
15.3 Elke deelnemer aan de onder artikel 1 vermelde kermissen verbindt er zich toe opgesteld te blijven gedurende de gehele duur van de desbetreffende kermis.
15.4 De kermisuitbater mag enkel beschikken over de standplaatsruimte die hem is toegewezen. Indien een standplaats wordt toegewezen die groter is dan voor de inrichting noodzakelijk, beschikt het gemeentebestuur over de hierdoor bekomen vrije ruimte.
De zijdelingse afstand tussen twee kermisattractie of vestigingen met kermisgastronomie dient minimum één meter te bedragen. Deze ruimte mag door geen enkel voorwerp worden versperd.
15.5 Foorreizigers die tijdens de kermis gebruik maken van een gas- en/of elektrische installatie zijn verplicht te beschikken over een gunstig keuringsattest. Indien zij gebruik maken van verwarmingstoestellen zijn zij verplicht verzekerd te zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid en risico’s van brand en burenverhaal. Op verzoek van de plaatsmeester moet worden aangetoond dat aan bovengenoemde verplichtingen werd voldaan..
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun afval meenemen.
Artikel 16. Gebruik van verwarmingstoestellen en brandpreventie
Het is verboden gebruik te maken van verwarmingstoestellen die niet voldoen aan de vigerende veiligheidsvoorschriften, of die gassen of rook doen ontsnappen.
Elke vestiging met kermisgastronomie moet uitgerust zijn met een brandblusapparaat (keuringslabel BENOR/NVBB) met een blusvermogen van minstens één bluseenheid (CO2/ABC-poeder) aanwezig. De controledatum staat vermeld op/ aan het apparaat.
De kermisattracties met kermisgastronomie moeten zodanig worden ingericht dat geen brandbare, schadelijke, hinderlijke en/of onwelriekende vloeistoffen op de grond kunnen druipen.
Indien zulks onmogelijk blijkt, moeten de foorkramers deze vloeistoffen in emmers of waterdichte kuipen opvangen.
Artikel 17 Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)
Wanneer de openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement
Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.
Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare kermis of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.
In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.
AFDELING 2: Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen.
Artikel 18.Toepassingsgebied (KB art. 19 en 20)
18.1 Op aanvraag van een kermisuitbater
Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerder plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisactiviteit uit te oefenen moet dit voorafgaand aan vragen bij de gemeente.
De aanvraag gebeurt schriftelijk per aangetekende brief met ontvangstbewijs, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (fax of mail) met ontvangstmelding aan te vragen aan het college van burgemeester en schepen.
Deze aanvraag dient te vermelden:
- datum van de kermis
- de aard van de attractie of van de vestiging;
- de technische specificatie van de attractie of van de vestiging;
- de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
- de situering van de standplaats;
- de naam, voornaam en adres van de persoon wie de standplaats aanvraagt;
- desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon van wie de standplaats vraagt en - het adres van haar maatschappelijke zetel;
-.het ondernemingsnummer;
-.bewijs KBO met juiste NAECE-code
De uitoefening van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel op het openbaar domein buiten een openbare kermis, valt onder het toepassingsgebied van het gemeentelijk reglement betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markt.
18.2 Van uit de gemeente
Wanneer het college van burgemeester en schepen een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 5 van dit reglement gevolgd.
Artikel 19. Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art.21)
De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen en innemen van de standplaatsen op de openbare kermissen kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.
Artikel 20 Duur machtiging (KB art. 22)
De machtiging wordt door het college van burgemeester en schepenen toegekend voor een bepaalde periode.
AFDELING 3: Algemene voorwaarden en slotbepalingen
Artikel 21
21.1
Het is de kermisuitbaters verboden schade aan te richten aan het openbaar domein. Onder geen enkel voorwendsel mogen zij hun inrichting bevestigen in het wegdek, aan bomen, verlichtingspalen en verkeerstekens.
Eventuele schade aangebracht aan het openbaar domein wordt onmiddellijk geschat door een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
Het schadebedrag wordt bekrachtigd door het college van burgemeester en schepenen en is onverwijld door de schuldenaar te betalen in handen van de gemeenteontvanger.
21.2
Het gemeentebestuur neemt geen bewaking op zich van de kermisattracties, vestigingen met kermisgastronomie en wagens staande op het foorterrein of elders. Het gemeentebestuur is evenmin verantwoordelijk voor beschadiging, verlies of diefstal van de daarin geborgen of tentoongestelde zaken.
21.3
Iedere kermisuitbater moet de nodige voorzieningen treffen om vervuiling van zijn toegewezen standplaats en omgeving te voorkomen. Daarvoor moet de uitbater voldoende vuilnisemmers rond zijn kermisattractie of vestiging met kermisgastronomie plaatsen en bij het verlaten van de standplaats alle afval meenemen.
21.4
Elke kermisuitbater die aan één van de onder 1 vermelde kermissen deelneemt machtigt het college van burgemeester en schepenen om op zijn kosten en risico te handelen indien nalatigheid wordt vastgesteld van de opgelegde voorwaarden.
Door deel te nemen aan één van bovenvermelde kermissen erkent de standplaatshouder kennis te hebben genomen van onderhavig kermisreglement waardoor hij geen onwetendheid kan inroepen.
De kermisuitbater verbindt zich ertoe alle hierin opgenomen bepalingen stipt te zullen naleven.
Artikel 22. Onvoorziene gevallen
Het college van burgemeester en schepenen beslecht alle onvoorziene gevallen na de foormeester te hebben gehoord.
Artikel 23. Persoon belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein
De persoon, foormeester, belast met de praktische organisatie en toezicht van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, wordt aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. De foormeester is gemachtigd om de documenten vermeld in afdeling 1, artikel 3 van onderhavig reglement te controleren.
Artikel 24 Bekendmaking en inwerkingtreding
Onderhavig kermisreglement treedt in werking op 1 mei 2024 en zal worden bekend gemaakt conform artikel 186 van het gemeentedecreet.