De voorzitter opent de zitting op 25/04/2024 om 19:30.
Voor de aanvang van de zitting wordt aan de inwoners de mogelijkheid gegeven om vragen te stellen van 19.00 uur tot 19.30 uur.
Audit Vlaanderen voerde tussen september 2023 en februari 2024 een organisatie-audit uit bij de gemeente en het OCMW van Waasmunster. Het rapport van hun bevindingen wordt ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad en aan de OCMW-raad.
Juridisch kader
Decreet Lokaal Bestuur
Akte wordt genomen van het rapport van Audit Vlaanderen dd. 15/03/2024.
De gemeente Waasmunster actualiseert het marktreglement n.a.v. de wetgeving die van start gaat vanaf 1 april 2024, het vorig reglement dateert van 28 april 2022 gebaseerd op het originele reglement van 2007.
De belangrijkste wijzigingen in de wetgeving/ reglement zijn :
Decreet van 24 februari 2017 tot wijziging van artikelen 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993
Concreet gaat het om volgende wijzigingen:
Concreet gaat het om volgende wijzigingen:
Juridisch kader
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023 artikelen 8 tot en met 10,
Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 en 22 september 2023, artikel 15 en 23 tot en met 44
Overwegende dat volgens artikel 8 §1 van de wet van 25 juni 1993 de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement,
Overwegende dat volgens artikel 9 § 1 van de wet van 25 juni 1993 de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement
De marktcommissie verleende op 15 maart 2024 gunstig advies, alsook Ondernemend Waasmunster.
Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen,
AFDELING 1: Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten
Artikel 1. Gegevens van openbare markten (wet art. 8 § 2)
De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare markten in en vertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid toe om de markten in te delen en wijzigingen op te nemen.
Het college zal voor elke standplaats de ligging, de grootte en het gebruik bepalen.
1.1 Wekelijkse markt Waasmunster
PLAATS: Parking Gentstraat en zo nodig op andere plaatsen aan te duiden door het college van burgemeester en schepenen.
DAG: Vrijdag
UUR: De markt begint om 8.00 uur en eindigt om 12.00 uur.
OPSTELLING: De marktkramers die over een abonnement beschikken mogen hun standplaats innemen vanaf 6.00 uur en moeten ten laatste om 8.00 uur aanwezig zijn, zo niet worden zij als afwezig beschouwd.
Anderhalf uur na het beëindigen van de markt moeten alle voertuigen, kramen en goederen van de standplaats verwijderd zijn.
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun afval meenemen.
SPECIALISATIE: Markt van gemengd productaanbod
1.2. In de onder 1.1 vermelde straten of pleinen is het op de marktdagen verboden te parkeren vanaf 3 uur voor de markt tot 1,5 uur na de markt of tot op het tijdstip waarop het marktparcours door de politie opengesteld wordt.
De marktleider kan de tussenkomst van de politie vragen om op bovenvermelde plaatsen geparkeerde voertuigen die een hinder vormen te laten takelen op kosten en risico van de eigenaar of bestuurder.
1.3. Alle voertuigen, andere dan winkelwagens, als trekkracht gebruikt voor het vervoer van goederen, moeten tijdens de markt van de marktplaats verwijderd zijn.
1.4. Gedurende de markt is het absoluut verboden om zich op de marktplaats door middel van een voertuig te verplaatsen, uitgezonderd de hulpdiensten.
1.5. Bij speciale gelegenheden kan het college van burgemeester en schepenen beslissen dat een markt zal gehouden worden op een andere dag. Het college van burgemeester en schepenen kan een markt verbieden of afgelasten.
Wanneer bijzondere omstandigheden het vereisen kan het college van burgemeester en schepenen een markt op een andere plaats doen houden, evenals de aanvangs- en sluitingsuren wijzigen.
1.6. Concessies
De gemeenteraad kan beslissen het beheer van een openbare markt in concessie te geven. Daartoe stelt het college van burgemeester en schepenen een concessiecontract op met de kandidaat-concessiehouder tegen een overeengekomen concessievergoeding. In geval van concessie is de concessiehouder gehouden tot de stipte opvolging van het marktreglement in het algemeen en van het huishoudelijk reglement in het bijzonder. Tevens neemt hij de plaats in van de anders door het gemeentebestuur aangestelde ambtenaar en draagt de concessiehouder de volle verantwoordelijkheid van de organisatie van de openbare markt.
1.7. Andere manifestaties, zoals avondmarkten, braderieën,… worden niet als openbare markt beschouwd,
maar kunnen als initiatieven ter bevordering van de lokale handel worden georganiseerd door het college van burgemeester en schepenen of als evenement worden aangevraagd.
Artikel 2. Voorwaarden inzake toewijzing standplaatsen (wet. 8§2, art. 10§1 en KB art. 25)
Een standplaats op de openbare markt kan enkel toegewezen worden aan ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat, via de persoon die de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen.
Ambulante activiteiten zijn pas toegelaten als de verkoper aan volgende bijkomende voorwaarden voldoet:
De standplaatsen kunnen occasioneel ook toegewezen worden aan de verantwoordelijken van verkoopacties zonder commercieel karakter.
Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het maximaal aantal standplaatsen per product als volgt bepaald (wet artikel 8):
- maximum 20% van de standplaatsen kan worden ingenomen door kramen met vers vlees en charcuterie
- maximum 20% van de standplaatsen kan worden ingenomen door kramen met charcuterie en kaas
- maximum 20% van de standplaatsen kan worden ingenomen door kramen met vis
- maximum 20% van de standplaatsen kan worden ingenomen door kramen met groenten en fruit
- maximum 20% van de standplaatsen kan worden ingenomen door kramen met snoep en kruidenierswaren
- maximum 20% van de standplaatsen kan worden ingenomen door kramen met wild en gevogelte
- maximum 40% van de standplaatsen kan worden ingenomen door kramen met textiel, waarvan maximum 85% voor kleding
- maximum 20% van de standplaatsen kan worden ingenomen door kramen met bloemen en planten
Bovendien wordt voor de toekenning van abonnementen rekening gehouden met volgende maxima :
- maximum 10% van de abonnementen kan worden toegekend aan kramen met vers vlees en charcuterie
- maximum 20% van de abonnementen kan worden toegekend aan kramen met charcuterie en kaas
- maximum 10% van de abonnementen kan worden toegekend aan kramen met vis
- maximum 20% van de abonnementen kan worden toegekend aan kramen met groenten en fruit
- maximum 10% van de abonnementen kan worden toegekend aan kramen met snoep en kruidenierswaren
- maximum 10% van de abonnementen kan worden toegekend aan kramen met wild en gevogelte
- maximum 40% van de abonnementen kan worden toegekend aan kramen met textiel
- maximum 10% van de abonnementen kan worden toegekend aan kramen met bloemen en planten
Met textiel wordt bedoeld al wat geweven is en betrekking hebbend op de weefnijverheid.
De standplaatsen van de houders van een abonnement, die niet tijdig zijn ingenomen, kunnen toegewezen worden aan een andere markthandelaar voor de duur van de marktdag volgens de wettelijke toewijzingsmodaliteiten omschreven in artikel 4 van dit reglement.
Om de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot 1.
De ambulante activiteit betreft steeds de verkoop van nieuwe koopwaar.
Artikel 3. Verhouding abonnementen - losse standplaatsen (KB art.23)
De standplaatsen op de openbare markt worden toegewezen:
- hetzij per abonnement
- hetzij van dag tot dag
De abonnementsplaatsen kunnen maximum 15 lopende meter bedragen, de losse standplaatsen maximum 10 lopende meter.
Artikel 4. Toewijzingsregels losse standplaatsen (KB art 27, gewijzigd door BVR)
De toewijzing van losse standplaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aanmelding. Als aanmelding geldt ofwel een voorafgaande aanvraag via de procedure zoals beschreven op de website van Gemeente Waasmunster, ofwel de mondelinge aanmelding bij aankomst op de markt, om 8.00 uur ten laatste.
De aanvragen worden volgens de chronologische volgorde van hun indiening toegewezen en, in voorkomend geval, op basis van de gevraagde plaats en specialisatie. Als twee of meer aanvragen gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald.
Als het moment van de mondelinge aanmelding tussen twee of meerdere kandidaten niet kan uitgemaakt worden, gebeurt de toekenning van de standplaats bij loting.
De marktramer, met geldige KBO inschrijving met NAECEBELcode voor ambulante handel, moet bij de toewijzing van de standplaats aanwezig zijn. Diegene die de standplaats krijgt toegewezen, betaalt het verschuldigde standgeld aan de marktleider, tegen ontvangstbewijs, bij aanvang van de markt.
De marktleider kan kandidaten voor een losse standplaats weigeren omwille van de veiligheid, openbare orde, toegankelijkheid, enz. of op basis van de maximumquota vermeld in artikel 2.
Artikel 5. Marktleiding
De marktleiding wordt door het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd aan een administratief personeelslid, de marktleider.
De marktleider is bevoegd om:
- documenten die de machtiging en identiteit van de personen die een ambulante activiteit uitoefenen aantonen te controleren;
- losse standplaatsen toe te wijzen bij het opstellen van de markt;
- het standplaatsgeld, voorzien door het gemeentelijk belastingreglement op plaatsrechten op het openbaar domein, voor losse plaatsen te innen tegen ontvangstbewijs;
- tijdelijke verschuivingen van de vaste plaatsen aan te wijzen bij het opstellen van de markt.
Artikel 6. Toewijzingsregels per abonnement op de openbare markten (KB art.28 en 30)
6.1. Vacature en kandidatuurstelling standplaats per abonnement (KB art. 28 & 30, gewijzigd door BVR)
Wanneer een standplaats die per abonnement toegewezen wordt, vrijkomt, gaat de gemeente na of er een geschikte kandidaat is in het register van kandidaturen, zoals omschreven in 6.2.
Als het register geen geschikte kandidaat bevat, wordt een vacature bekendgemaakt door publicatie van een kennisgeving. Deze kennisgeving zal gebeuren via de website van de gemeente Waasmunster www.waasmunster.be
De kandidaturen kunnen ingediend worden na een melding van vacature of op elk ander tijdstip.
De kandidaturen voor een specifieke vacature worden ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature.
De kandidaturen tot het innemen van een standplaats met abonnement moeten minstens volgende gegevens bevatten:
- Volledige naam en adres van de aanvrager
- Soort van producten die te koop worden aangeboden
- Ondernemingsnummer(s) met opgave van de toepasselijke ambulante activiteit
- Minimum en maximum gevraagd aantal meters
- Soort van uitstalling (kraam of winkelwagen)
- kopie van de verplichte verzekeringspapieren (cf. artikel 16)
Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.
6.2. Register van de kandidaten (KB art. 31, gewijzigd door BVR)
Alle kandidaturen worden naargelang hun ontvangst (chronologisch) bijgehouden in een register.
De kandidaturen worden geklasseerd:
- eerst volgens categorie zoals bepaald in punt 6.3.
- dan volgens de gevraagde standplaats en specialisatie (cf. artikel 2)
- tenslotte volgens datum (overhandiging, indiening bij de post, ontvangst op duurzame drager)
Overeenkomstig het decreet betreffende de openbaarheid van bestuur kan dit register steeds geraadpleegd worden.
De kandidaturen blijven geldig zolang ze niet werden nagekomen of ingetrokken door hun auteur.
Om de drie jaar moeten de kandidaten opgenomen in het register hun kandidatuur bevestigen om in het register opgenomen te blijven.
6.3. Volgorde van toekenning van de standplaatsen (KB art 29 en 31, gewijzigd door BVR)
Bij het vacant komen van een standplaats per abonnement worden, met het oog op de toekenning ervan, de kandidaturen als volgt geklasseerd in het register, rekening houdend met de maximumquota vermeld in artikel 2 van onderhavig reglement:
De kandidaturen worden binnen elke categorie, in voorkomend geval, volgens de gevraagde standplaats en specialisatie en tenslotte volgens datum chronologisch geordend.
Wanneer twee of meerdere aanvragen behorend tot dezelfde categorie tezelfdertijd ingediend worden, wordt als volgt voorrang gegeven:
6.4. Bekendmaking van de toewijzing van de standplaatsen (KB art. 33)
De toewijzing van de standplaatsen wordt bekend gemaakt aan de aanvrager:
6.5. Het register van de standplaatsen toegewezen per abonnement (KB art. 34, gewijzigd door BVR)
Een plan of register wordt bijgehouden waarin voor elke standplaats toegewezen per abonnement vermeld staat:
De marktkramers die houder zijn van een abonnement zijn er toe gehouden elke wijziging schriftelijk mee te delen aan het college van burgemeester en schepenen.
Het register wordt in een digitaal bestand bijgehouden. Overeenkomstig het Decreet openbaarheid van bestuur kan dit register steeds geraadpleegd worden.
Artikel 7. Duur van het abonnement (KB art 32 en 37, gewijzigd door BVR)
De abonnementen worden toegekend voor onbepaalde duur.
Artikel 8. Opschorting van het abonnement (KB art 32, gewijzigd door BVR)
De houder van een abonnement kan het abonnement opschorten voor een voorziene periode van tenminste één maand wanneer hij of zij ongeschikt is zijn of haar activiteit uit te oefenen:
De opschorting gaat in de dag waarop de gemeente op de hoogte wordt gebracht van de ongeschiktheid en houdt op ten laatste vijf dagen na de melding van het hernemen van de activiteiten. Na afloop van de opschorting krijgt de geabonneerde zijn of haar standplaats terug.
De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voorkomen.
Gedurende de periode van opschorting kan de standplaats toegewezen worden als losse standplaats.
Artikel 9. Afstand van het abonnement (KB. art. 32, gewijzigd door BVR)
De houder van een abonnement kan afstand doen van het abonnement:
De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn of haar activiteit uitoefende kunnen bij zijn of haar overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij of zij de houder was.
De aanvragen van opschorting, herneming of opzegging van een abonnement worden betekend volgens één van de hierna vermelde modaliteiten:
Artikel 10. Schorsing en opzegging van het abonnement (KB art.32 laatste lid, gewijzigd door BVR)
Het abonnement kan door het college van burgemeester en schepenen geschorst of ingetrokken worden in volgende gevallen:
De beslissing tot schorsing of opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.
Artikel 11. Vooropzeg vanuit de gemeente. (wet art. 8 §2, gewijzigd door decreet)
Wanneer één of meer standplaatsen worden opgeheven (bijvoorbeeld bij openbare werken of herinrichting van het openbaar domein), geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement van ten minste 6 maanden maanden bij wijziging standplaats maar behoud abonnement en minstens 12 maanden bij definitief verlies van standplaats en abonnement.
In gevallen van absolute noodzakelijkheid (bijvoorbeeld onvoorziene werken aan het marktplein die nopen tot een herschikking van de standplaatsen) kan deze minimumtermijn door het college van burgemeester en schepenen worden ingekort.
De houders van een opgezegde standplaats krijgen voorrang bij het toekennen van een vacante standplaats per abonnement (cf. artikel 6.3.2a).
Artikel 12. Betalingsmodaliteiten
Het standplaatsgeld, voorzien door het gemeentelijk belastingreglement op plaatsrechten op het openbaar domein, dient voor de losse standplaatsen ter plaatse te worden betaald aan diegene die hiervoor bevoegd is, tegen afgifte van een ontvangstbewijs.
Marktkramers die beschikken over een jaarlijks abonnement dienen hun standplaatsvergoeding in één schijf te vereffenen aan de gemeentekas binnen de 14 dagen volgend op de toekenning van de standplaats of op het verzoek tot betaling, in contanten tegen ontvangstbewijs of door overschrijving op
rekeningnummer BE47 0910 0033 4980 van het gemeentebestuur Waasmunster, Abdij van Roosenberglaan 8, 9250 Waasmunster.
Artikel 13. Overdracht standplaatsen (KB art. 35, gewijzigd door BVR)
De overdracht van een standplaats is toegelaten onder de volgende voorwaarden:
Een eventuele wijziging van de specialisatie KAN schriftelijk aangevraagd worden bij het college van burgemeester en schepenen.
De overdracht impliceert ook de overdracht van het abonnement.
De inname van de overgedragen standplaats is pas toegelaten als de gemeente heeft vastgesteld dat:
1. de overnemer het bewijs levert van de inschrijving van de ambulante activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen om dezelfde specialisatie als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen.
2. overnemer het aantal toegestane standplaatsen per onderneming (cf. artikel 1 van dit reglement) niet overschrijdt.
3. de overnemer het bewijs levert waaruit blijkt dat hij voldoet aan de bijkomende voorwaarden, vermeld in artikel 2 van dit reglement
Artikel 14. Verplichte documenten (KB art 15, gewijzigd door BVR)
De handelaar is alleen wettelijk in orde als hij volgende documenten kan voorleggen:
De correcte documenten, vermeld in het eerste lid, 1. tot en met 4., worden voorgelegd op elk verzoek van de marktleider en de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 44 en 45 van het Koninklijk Besluit.
De gemeente zal de correcte documenten, vermeld in het eerste lid, 1 tot en met 4, bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren.
Artikel 15. Brandpreventie
Marktkramers die tijdens de markt gebruik maken van een gas- en/of elektrische installatie zijn verplicht te beschikken over een gunstig keuringsattest. Indien zij gebruik maken van verwarmingstoestellen zijn zij verplicht verzekerd te zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid en risico’s van brand en burenverhaal. Op verzoek van de marktleider moet worden aangetoond dat aan bovengenoemde verplichtingen werd voldaan.
Het is verboden verwarmingstoestellen te gebruiken die niet voldoen aan de vigerende veiligheidsvoorschriften, of die gassen of rook doen ontsnappen.
Elk kraam of winkelwagen moet uitgerust zijn met een poederbrandblusapparaat 6kg (ABC).
De kramen of winkelwagens moeten op zodoende wijze worden ingericht dat geen brandbare, schadelijke, hinderlijke en/of onwelriekende vloeistoffen op de grond kunnen druipen.
Artikel 16. Opstelling kramen
Marktkramers mogen in principe niet plaatsnemen voor winkelhuizen waar koopwaren van dezelfde aard worden verkocht, tenzij de uitbating van de winkelactiviteit een aanvang neemt na het verwerven van de vaste standplaats van de marktkramer.
Voor de winkelhuizen zal er tussen de kramen een opening gelaten worden van minimum 1,20 meter teneinde de toegang ervan niet te belemmeren.
De voetpaden moeten tussen de achterzijde van de kramen en de voorgevels van de woningen ten minste één meter vrij blijven en de doorgang ervan mag niet belemmerd worden.
Een kraam met een afmeting van meer dan 12 meter lengte mag niet geplaatst worden vóór twee of meer aaneen palende winkelhuizen.
De marktkramers dienen zich te schikken naar de ter plaatse verstrekte aanduidingen van de marktleider, zo niet zullen de koopwaren en voorwerpen ambtshalve en op kosten van de marktkramer door de politie worden weggeruimd.
Artikel 17. Gebruik van elektriciteitskasten.
In de straten van de marktomloop waar elektriciteitskasten staan, speciaal bestemd voor de marktkramers, zijn de marktkramers die elektriciteit nodig hebben verplicht deze te gebruiken. De kostprijs van de elektriciteit kan worden aangerekend op basis van een retributiereglement. Het gebruik van elektriciteit dient te gebeuren met materiaal conform de wetgeving.
Artikel 18. Verbodsbepalingen
Het is verboden:
Artikel 19. Marktcommissie
De marktcommissie organiseert de dialoog tussen bestuur, organisatoren en marktkramers, met als doel:
- nastreven van een goed marktverloop via overleg
- advies verstrekken naar het beleid toe
De marktcommissie is samengesteld uit:
- de burgemeester en/of de schepen van middenstand
- de marktleider en/of de algemeen directeur
- minstens twee afgevaardigden van de Waasmunsters markt
- de concessionarissen van in concessie gegeven markten
Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar van de gemeente.
Artikel 20. Onvoorziene gevallen
Het college van burgemeester van burgemeester en schepenen beslecht alle niet in dit reglement voorziene gevallen en de betwistingen die voortvloeien uit de toepassing van dit reglement, na de marktleider vooraf te hebben gehoord.
AFDELING 2. Organisatie van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten
Afdeling 2.1. Plaatsen op het openbaar domein waar de ambulante activiteit mag plaatsvinden zijn niet vooraf bepaald
Artikel 21 Toepassingsgebied (KB art. 38, gewijzigd door BVR
Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerdere plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare markten om ambulante activiteiten uit te oefenen dient dit voorafgaand aan te vragen bij het gemeentebestuur.
Artikel 22. Voorafgaande machtiging
22.1. Aanvraag machtiging
Om een standplaats in te nemen zoals vermeld in afdeling 2 artikel 1 moet voldaan zijn aan de voorwaarden vermeld in afdeling 1 artikel 2 en artikel 16 (cf. verplichte documenten) en dient men te beschikken over een machtiging. Deze machtiging moet voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd worden bij het gemeentebestuur van Waasmunster en zichtbaar geafficheerd worden tijdens ambulante activiteiten.
22.2. Beslissing machtiging.
In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld :
- de identiteit van de aanvrager (inclusief KBO-nummer)
- de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen
- de plaats
- de datum en duur van de verkoop
- verzekeringsattest
- kopie keuringsbewijs marktwagen
- bewijs toelating FAVV (indien van toepassing)
De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande
redenen:
- redenen van openbare orde en veiligheid;
- redenen van volksgezondheid;
- bescherming van consument;
- wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documenten niet in orde zijn
- de modaliteiten van het gemeentelijk reglement worden niet gerespecteerd;
- wanneer de specialisatie van de aanvrager geen uitbreiding van diversiteit betekent op de
aangevraagde plaats. Deze diversiteit streeft de gemeente na vanuit de ondersteuning en
promotie van ondernemerschap.
In alle geval kunnen geen ambulante activiteiten worden ingericht op de openbare weg tijdens de uren van de wekelijkse markt. Omwille van de openbare orde in de veiligheid worden dan enkel ambulante activiteiten toegelaten op de marktplaats in dezelfde gemeente.
De gemeente zal deze reden(-en) motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.
Artikel 23. Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen
De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen (cf. supra Afdeling 1 artikel 2) en innemen van de standplaatsen op de openbare markt (cf. supra Afdeling 1 artikel 13) kunnen staanplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.
Artikel 24. Toewijzingsregels losse standplaatsen(KB art. 43 §2, gewijzigd door BVR)
De toewijzing van losse plaatsen gebeurt volgens de chronologische volgorde van aanvragen en desgevallend in functie van de gevraagde plaats en specificatie. Wanneer twee of meerdere aanvragen voor standplaatsen gelijktijdig ingediend worden, gebeurt de toewijzing via loting.
Artikel 25. Toewijzingsregels per abonnement
Hier gelden dezelfde regels als voor de openbare markten (cf. supra Afdeling 1 artikel 6 tot en met 10). Voorwaarden inzake melding van vacature (afdeling 1 artikel 6.1) geldt niet.
Artikel 26. Na te leven schikkingen
De ingenomen plaats van de handelaar en die van zijn klanten mogen geen belemmering betekenen voor andere-door de gemeente goedgekeurde- georganiseerde activiteiten.
Bovendien mag de handelaar noch zijn klanten enige verkeershinder veroorzaken.
Afdeling 2.2. Ambulante activiteit op rondtrekkende wijze
Artikel 28. Toepassingsgebied (wet art 4 en 9)
Eenieder die op de openbare weg ambulante activiteiten wenst uit te oefenen, waarbij hij zich regelmatig verplaatst langs een traject met verschillende verkooppunten die hij voor bepaalde duur inneemt, dient dit voorafgaand aan te vragen bij de gemeente.
Artikel 29. Voorafgaande machtiging
29.1. Aanvraag machtiging (KB art. 43, gewijzigd door BVR)
Om een ambulante activiteit op de openbare weg uit te oefenen, zoals vermeld in artikel 7, moet voldaan zijn aan de voorwaarden vermeld in afdeling 1 artikel 2 en artikel 16 (cf. verplichte documenten) en dient men te beschikken over een machtiging. Deze machtiging dient voorafgaand aan het uitoefenen van de ambulante activiteit aangevraagd te worden bij de gemeente (contactgegevens vermelden).
29.2. Beslissing machtiging
In geval van positieve beslissing verkrijgt de aanvrager een machtiging met daarin vermeld :
- Identiteit van de aanvrager
- de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen
- de datum en duur van de verkoop (wet art 6 : beperkingen mogen betrekking hebben op de uren van uitoefening van het geheel of van een gedeelte van de activiteit)
- verzekeringsattest
- kopie keuringsbewijs marktwagen
- bewijs toelating FAVV (indien van toepassing)
De gevraagde machtiging kan geweigerd worden omwille van één of meerdere van onderstaande redenen :
- redenen van openbare orde en veiligheid
- redenen van volksgezondheid
- bescherming van de consument
- wanneer de machtiging ambulante handel en bijbehorende documenten niet in orde zijn
- de modaliteiten van het gemeentelijk reglement niet gerespecteerd worden
De gemeente zal deze reden(-en) objectief en grondig motiveren in zijn kennisgeving van de negatieve beslissing aan de aanvrager en verwijst tevens naar rechtsmiddelen inzake beroep.
29.3. Beperkingen
De activiteiten aangeduid in artikel 7 mogen ook niet plaatsvinden voor langer dan 30 minuten op eenzelfde verkooppunt.
De activiteiten aangeduid in artikel 7 mogen, op schooldagen, niet plaatsvinden in een straal van 50 meter rond de in- en uitgang van een school en dit vanaf 30 minuten voor tot en met 15 minuten na het begin en het einde van de lessen en tussen 12.00 en 13.30 uur.
AFDELING 3: Verkopen van producten of diensten met niet-commercieel karakter
Artikel 30. Specifieke voorwaarden voor verkopen met niet-commercieel karakter (KB art 7, gewijzigd door BVR)
De producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet indien deze activiteiten aan al de volgende voorwaarden voldoen (KB Art. 7 §1):
1° ze vinden plaats met één van volgende doelen
- menslievend doel,
- sociaal doel,
- cultureel doel,
- educatief doel,
- sportief doel
- de verdediging en promotie van de natuur,
- de verdediging en promotie van de dierenwereld,
- de verdediging en promotie van een ambacht
- de verdediging en promotie van streekproducten,
- steun bij een humanitaire catastrofe,
- steun bij een ramp of belangrijke schade;
2° ze vinden occasioneel plaats - met name niet met vooraf bepaalde regelmaat;
3° het college van burgemeester en schepenen heeft vooraf toestemming verleend;
Artikel 2. Identificatievereiste
Tijdens de verkoop, te-koop-aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten voor een niet-commercieel doel zoals vermeld in afdeling 3 artikel 1, is elke verkoper herkenbaar via een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren.
Artikel 3. Aanvraag voorafgaande machtiging (KB art 7 §2 en 3, gewijzigd door BVR).
De aanvraag van een toestemming is afhankelijk van de situatie, gericht aan het college van burgemeester en schepenen, op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.
De aanvraag omvat :
- de verantwoordelijke van de actie,
- het doel van de actie,
- de plaats of plaatsen,
- de periode of periodes van verkoop,
- de te koop aangeboden producten of diensten en een schatting van de hoeveelheid.
De toestemming, is beperkt tot één jaar. Ze is hernieuwbaar. Ze bevat de vermeldingen uit de aanvraag.
Artikel 4. Weigering en intrekking machtiging
De toestemming kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden als de doelstelling niet overeenstemt met de toegestane doelen of als de voorgestelde verkopen een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of rust.
Als de gemeente argwaan heeft over de reële doelstellingen van de actie of over de moraliteit van de verantwoordelijke(n), kan ze een voorafgaand onderzoek laten uitvoeren door de personen, vermeld in artikel 11, §1, van de wet, en artikel 45 van Koninklijk Besluit. Ze kan ook van een of meer verantwoordelijken eisen dat ze een uittreksel uit het strafregister voorleggen.
De toestemming, vermeld in afdeling 3 artikel 1, eerste lid, 3° of 4°, kan ingetrokken worden of de actie kan verboden worden, tijdens de manifestatie, door de bevoegde overheid als vastgesteld wordt dat de voorwaarden van de toestemming of van de verklaring of de voorschriften, vermeld in dit artikel, niet worden nageleefd.
Iedere nieuwe actie kan verboden worden voor een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging die de bepalingen van dit artikel niet naleeft, gedurende een periode van één jaar vanaf de vaststelling van de niet-naleving. In geval van recidive kan de duur van de voormelde periode op drie jaar worden gebracht.
De weigering, het verbod of de intrekking wordt betekend:
- met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs
- of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.
Artikel 31. Uitzonderingen
Erkende jeugdverenigingen die producten of diensten een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen in Waasmunster, worden vrijgesteld van de voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en schepenen, vermeld in afdeling 3, artikel 1, eerste lid, 3°.
AFDELING 4: Slotbepalingen
Dit reglement heft het eerdere reglement van 28/04/2022 op en treedt in werking vanaf 1 mei 2024.
Bestaande toelatingen blijven geldig.
De gemeente Waasmunster actualiseert het kermisreglement n.a.v. de wetgeving die van start gaat vanaf 1 april 2024, het vorig reglement dateert van 27/09/2007.
De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:
1. Voorafgaande machtiging niet langer nodig.
Foorreizigers moeten nu enkel nog correct ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) om kermisactiviteiten uit te oefenen. Organisatoren en controle-instanties kunnen de nodige informatie over de foorreizigers vinden in de KBO. Deze verandering geldt ook voor buitenlandse foorreizigers. Andere wetgeving, zoals die over verzekeringen, volksgezondheid en veiligheidsattesten, blijft van toepassing.
2 Voorwaarden verzekering, volksgezondheid, veiligheidsattesten en bewijs DIV nu gekoppeld aan de toelating.
Vanaf heden zijn verzekeringen, volksgezondheid en veiligheidsattesten vereist voor het uitoefenen van kermisactiviteiten. Deze voorwaarden worden gekoppeld aan de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen en vereisen bewijs van verzekering en veiligheid voor kermisattracties en speeltoestellen. Het ontvangstbewijs van de opstellingsinspectie wordt afgeschaft, terwijl nieuwe voorwaarden worden toegevoegd aan de wetgeving voor kermisactiviteiten.
3 Nieuwe regel overdracht standplaats met abonnement.
Wanneer een foorreiziger een standplaats met abonnement overdraagt, is die vanaf heden niet meer verplicht om de attractie of vestiging mee over te dragen. De foorreiziger kan hierdoor het aantal standplaatsen geleidelijk aan afbouwen, zonder telkens de attractie of de vestiging te moeten verkopen.
4 Wijziging minimumopzegtermijn bij definitief opheffen van een standplaats.
Vanaf heden gelden nieuwe minimumtermijnen voor het opheffen van standplaatsen op openbare kermissen:
Opheffing van de kermis of een deel van de standplaatsen: 12 maanden vooropzeg.
Definitieve verhuizing van de kermis: 6 maanden vooropzeg.
In geval van absolute noodzaak is er geen minimumtermijn vereist.
5 Efficiëntere controle, opvragen identiteitsbewijs mogelijk.
Vanaf heden zal de controle voor het verkrijgen of behouden van een standplaats worden uitgevoerd op basis van actuele gegevens en kan het identiteitsbewijs worden gevraagd om de hoedanigheid van de persoon te controleren.
Juridisch kader
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40
Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 2005, 20 juli 2006, 22 december 2009 en 21 januari 2013 en de decreten van 24 februari 2017 en 3 maart 2023 artikelen 8 tot en met 10,
Overwegende dat volgens artikel 8 §1 van de wet van 25 juni 1993 de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement,
Overwegende dat volgens artikel 9 § 1 van de wet van 25 juni 1993 de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijk reglement
Op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen,
AFDELING 1 : Organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op openbare kermissen
Artikel 1 Toepassingsgebied (wet art. 1 5°, art. 2 §2)
Als kermis wordt beschouwd elke manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om, op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, de uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie, die er producten of diensten aan de consument verkopen, samen te brengen.
Als kermisactiviteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten aan de consument in het kader van de uitbating van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie.
Dit reglement is niet van toepassing op pretparken, noch op vaste kermisattracties.
Artikel 2 Gegevens van openbare kermissen (wet art. 8 §2)
Op het openbaar domein gaan volgende openbare kermissen door:
Jaarmarkt paasmaandag
1000-appels Kermis 1e zondag van mei
Ruiterkermis 4e zondag van mei
Statiekermis 21 juli of zondag erna
Kleine kermis St-Anna 26 juli of zondag erna
Sombekekermis zondag na 16 augustus
Ruyterfeesten laatste weekend van augustus
Hertkermis woensdag na Sombeke-kermis
Vestjeskermis 3de zondag van september
Grote kermis St-Anna 4de zondag van september
Plan met standplaatsen zijn terug te vinden bij de bevoegde diensten.
De standplaatsen ingenomen ter gelegenheid van voornoemde kermissen mogen niet langer bezet worden dan gedurende de in dit artikel vermelde periodes.
De gemeenteraad geeft volmacht aan het College van Burgemeester en Schepenen om de data voor de kermissen te bepalen.
Artikel 3. Voorwaarden inzake toewijzing van de standplaatsen (wet art. 8§2, art. 10§1 en het KB art.4§2 en art.10)
De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen: aan: de houders van een ondernemingsnummer dat kermisactiviteiten toelaat via de persoon die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt. Deze persoon moet desgevallend de stukken voorleggen die de volgende zaken aantonen:
- de uitbater is behoorlijk gedekt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en brandrisico's;
- de uitbater beschikt over een bewijs van de identificatie met de kentekenplaat van de kermisattractie of uitgebate vestiging als ze zich op eigen kracht voortbeweegt of van het voertuig dat de kermisattractie of uitgebate vestiging vervoert
- als het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron betreft voldoet het toestel aan de voorwaarden, vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen;
- als het een speeltoestel betreft: de attractie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen;
- de vestiging van kermisgastronomie en de personen die er werken voldoen aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid.
De gemeente kan altijd vragen dat diegene die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt, zijn identiteitsbewijs voorlegt.
Artikel 4. Verhouding abonnement – losse plaatsen (KB art. 8, 9§1
De standplaatsen op de openbare kermissen worden toegewezen hetzij voor de duur van de kermis, hetzij per abonnement. Het abonnement is de regel
De toewijzing voor de duur van de kermis is mogelijk:
- in geval van absolute noodzaak;
- wanneer de verplichtingen onafscheidelijk zijn verbonden aan de hernieuwing van de kermis. (bijvoorbeeld introductie van nieuwe attracties)
De standplaatsen per abonnement worden toegewezen aan de uitbater die een zelfde standplaats op een abonnementsplaats heeft verkregen gedurende vijf opeenvolgende jaren.
Voor de berekening van de termijn worden de opeenvolgende jaren van verkrijging van de standplaats door de overlater verrekend in het voordeel van de overnemer, op voorwaarde dat er geen onderbreking was bij de overname.
De regel van drie jaar geldt niet wanneer de standplaats werd verkregen naar aanleiding van een opschorting van het abonnement. Deze beperking is echter niet van toepassing op de persoon die daarna de nieuwe overnemer is geworden van de standplaats.
Artikel 5. Toewijzingsregels voor standplaatsen op de openbare kermissen. (KB art. 13)
5.1 Vacature en kandidaatstelling standplaats (KB art. 13 en 14)
Wanneer een standplaats vrijkomt zal de burgemeester, deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving via de website van de gemeente www.waasmunster.be. en door aanplakking op de gemeentelijke aanplakborden.
De kandidaturen worden digitaal ingediend volgens de voorschriften en binnen de termijn voorzien in de kennisgeving van de vacature. Kandidaturen die hieraan niet voldoen, worden niet weerhouden.
Kandidaturen kunnen ook ingediend worden via een aangetekende brief met ontvangstmelding, of door een brief met ontvangstbewijs die wordt neergelegd op de plaats die aangewezen is in de kennisgeving van de vacature.
5.2 Onderzoek van de kandidaturen (KB art. 15)
Voor de vergelijking van de kandidaturen onderzoekt de gemeente of voldaan is aan de voorwaarden inzake toewijzing vermeld in artikel 3 van dit reglement.
De standplaatsen worden toegewezen op basis van één of meer van de volgende criteria:
a) de aard van de attractie of van de vestiging;
b) de technische specificatie van de attractie of van de vestiging;
c) de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
d) de aantrekkingskracht van de attractie of van de vestiging;
e) de deskundigheid van de uitbater, van de “aangestelde – verantwoordelijken” en van het tewerkgesteld personeel;
f) desgevallend, de nuttige ervaring;
g) de ernst en het zedelijk gedrag van de kandidaat.
Als de burgemeester of zijn afgevaardigde op basis van deze criteria, geen onderscheid tussen de kandidaturen kan maken, is een loting mogelijk..
Het openen van de kandidaturen, hun vergelijkend onderzoek, de controle van de voorwaarden en de gemotiveerde beslissing tot toewijzing van de standplaats worden opgenomen in een proces-verbaal.
Dit kan geraadpleegd worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten.
5.3 Bekendmaking van de toewijzing van de standplaats (KB art. 15§5)
Het college van burgemeester en schepenen deelt zowel aan de kandidaat die de standplaats toegewezen kreeg als aan elke niet weerhouden kandidaat de beslissing mee die hem aanbelangt mee op één van volgende wijzen
- bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;
- bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding
- per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding
Artikel 6. Het register of plan van de toegewezen standplaatsen (KB art. 16)
Een register of plan wordt bijgehouden waarin voor elke toegewezen standplaats: de volgende zaken worden vermeld
a) de situering van de standplaats;
b) de toewijzingsmodaliteiten van de standplaats
c) de duur en het gebruiksrecht van het abonnement
d) de naam, voornaam en adres van de persoon aan wie of door tussenkomst van wie de standplaats toegewezen werd;
e) desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen werd en het adres van haar maatschappelijke zetel;
f) het ondernemingsnummer;
g) de aard van de attractie of van de vestiging die de standplaats inneemt of die op de standplaats toegelaten is; met vermelding van de technische specificaties
h) de prijs van de standplaats behalve wanneer deze uniform werd vastgesteld;
i) desgevallend, de identificatie van de overlater en de datum van de datum van de overdracht.
Artikel 7. Spoedprocedure (KB art. 17)
Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, de standplaatsen vacant blijven,
- omdat zij niet konden worden toegewezen na afloop van de gewone procedure conform artikel 5 van onderhavig reglement
- omdat zij dit in die tussentijd vacant zijn geworden
- ten gevolge van hun niet-bezetting resulterend uit de afwezigheid van hun houder kan er voorzien worden in een spoedprocedure die als volgt is bepaald:
1. gemeente raadpleegt de door hem gekozen kandidaten. Hij richt zich, in de mate van het mogelijke, tot verscheidene kandidaten per voorziene standplaats;
2. de kandidaturen worden ingediend hetzij per duurzame drager tegen ontvangstbewijs, hetzij tegen een schriftelijk ontvangstbewijs;
3. de gemeente gaat over tot de toewijzing van de standplaatsen en geeft hiervan kennis aan het college van burgemeester en schepenen;
4. hij stelt een proces-verbaal op dat per vacature of onbezette standplaats de kandidaten vermeldt die hun kandidatuur hebben ingediend;
5. indien meerdere kandidaten naar éénzelfde standplaats dingen, geeft hij in het proces-verbaal de motivatie van zijn keuze aan;
6. hij deelt aan iedere kandidaat, hetzij bij een ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager met ontvangstmelding, de beslissing mee die hem aanbelangt.
Het plaatsen van uitbaters van kermisattracties of vestigingen waaraan een standplaats werd toegewezen op basis van de spoedprocedure, kan leiden tot aanpassingen van de kermis, voor zover deze beperkt blijven en nauwkeurig worden gemotiveerd door de technische noodzakelijkheden van de toevoeging van de nieuwkomers op het kermisterrein.
De aanpassingen zullen onderworpen worden aan de goedkeuring van het eerstvolgende college van burgemeester en schepenen, al naargelang het geval.
Artikel 8. Duur van het abonnement (KB art. 12 § 1 en 2)
Het abonnement heeft een duur van vijf jaar.
Na afloop wordt het stilzwijgend verlengd behalve in de gevallen bij het opschorten zoals vermeld in artikel 9 van onderhavig reglement, of het afstand doen van het abonnement zoals vermeld in artikel 10 van onderhavig reglement.
De houder van het abonnement kan, op gemotiveerd verzoek, het abonnement voor een kortere duur krijgen. Deze aanvraag wordt ingewilligd bij de stopzetting van de activiteiten aan het einde van de loopbaan. Indien zij omwille van andere motieven aangevraagd wordt, hangt ze af van de beoordeling van de gemeente.
De huidige contractuele standplaatsen zijn afgesloten voor de periode van januari 2024 tot en met 31 december 2029 en van toepassing op kermisattractie of vestigingen.
Artikel 9. Opschorten van het abonnement (KB. Art. 12 § 3)
De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer hij:
1. tijdelijk ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen:
- door ziekte of ongeval op grond van een medisch attest
- door overmacht op een verantwoorde wijze aangetoond.
De opschorting gaat onmiddellijk in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid en houdt onmiddellijk op na de bekendmaking van het hernemen van de activiteiten.
Indien de opschorting één jaar overschrijdt, moet zij minstens dertig dagen voor het begin van de kermis hernieuwd worden.
2. over een abonnement beschikt voor een andere kermis die op hetzelfde ogenblik plaats heeft.
De opschorting moet worden bekend gemaakt tenminste drie maanden voor de begindatum van de kermis. Zij mag geen drie opeenvolgde jaren overschrijden.
De opschorting impliceert de opschorting van de wederzijdse verplichtingen die uit de overeenkomst voortkomen.
De vraag tot opschorting dient te gebeuren:
- bij ter post aangetekende brief met ontvangstmelding;
- bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvang stmelding;
- per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.
De gemeente bevestigt onmiddellijk de ontvangst ervan.
Artikel 10 Afstand van het abonnement (KB art. 12 § 4)
De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen:
- bij de vervaldag van het abonnement, mits eens opzegtermijn van tenminste drie maanden;
- bij de stopzetting van zijn activiteiten, mits een opzegtermijn van drie maanden;
- indien hij definitief ongeschikt is om zijn activiteit uit te oefenen omwille van redenen vermeld in artikel 9-1° van onderhavig reglement. De opzegging gaat in op de dertigste dag volgend op de bekendmaking van de ongeschiktheid. ,
De houder kan een vervroegde beëindiging van zijn abonnement aanvragen voor andere motieven dan deze vermeld in het eerste lid. De burgemeester of zijn afgevaardigde beslissen over deze aanvraag.
De rechthebbenden van de natuurlijke persoon die voor eigen rekening zijn activiteit uitoefent, kunnen bij zijn overlijden, zonder vooropzeg, afstand doen van het abonnement waarvan hij houder was.
De vraag tot afstand dient te gebeuren
- bij ter post aangetekend schrijven met ontvangstmelding;
- of bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding;
- of per duurzame drager (fax of e-mail) met ontvangstmelding.
De gemeente bevestigt de ontvangst ervan.
Artikel 11. Schorsing en opzegging van het abonnement.(KB art 12 § 6)
Het college van burgemeester en schepenen kan het abonnement intrekken of opschorten:
- 1 omdat de titularis van de standplaats niet langer voldoet aan de wettelijke verplichtingen betreffende de uitoefening van ambulante of kermisactiviteiten voorzien in het KB of aan deze die van toepassing op de betrokken attractie of vestiging.
- 2. hetzij bij niet of laattijdige betaling van de standplaatsvergoeding.
- 3. hetzij bij afwezigheid zonder voorafgaandelijke verwittiging.
- 4. wanneer bij gemotiveerd besluit van het college van burgemeester en schepenen de kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven. De gemeente moet in dit geval de houder van het abonnement een vooropzegtermijn geven die niet korter mag zijn dan 1 jaar, behalve in geval van dringende noodwendigheid.
Artikel 12. Overdracht van standplaats (KB art. 18)
De overdracht van een standplaats is toegelaten aan de overnemer:
- die in de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven is voor het uitbaten
van een kermisattractie of een vestiging van kermisgastronomie
- en die de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats. Een wijziging van specialisatie of technische specificatie is in uitzonderlijke gevallen mogelijk na voorafgaande toelating van de gemeente .
Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de burgemeester of zijn afgevaardigde.
De inname van de overgedragen standplaats door de overnemer is pas toegelaten als de burgemeester, zijn afgevaardigde heeft vastgesteld dat de overnemer voldoet aan de bepalingen van artikel 3 van dit reglement.
Artikel 13. Inname standplaatsen (KB art. 11)
De standplaatsen die zijn toegewezen aan de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, kunnen ingenomen worden door de volgende personen:
1° de personen, vermeld in artikel 3 van dit reglement, die een kermisactiviteit uitoefenen;
2° de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur van een rechtspersoon aan wie de standplaats is toegewezen;
3° de echtgenoot of echtgenote of wettelijk samenwonende partner van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats is toegewezen, voor de uitoefening van de kermisactiviteit voor eigen rekening;
4° de feitelijke vennoten van de natuurlijke persoon of een maatschap aan wie de standplaats is toegewezen, die een kermisactiviteit voor eigen rekening uitoefenen;
5° de personen die de kermisactiviteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke personen, maatschap of rechtspersonen, vermeld in punt 1° tot en met 4°.
De personen, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 5°, kunnen de standplaatsen innemen die toegewezen zijn aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon of maatschap voor wiens rekening of wiens dienst ze de kermisactiviteit uitoefenen, buiten de aanwezigheid van de persoon aan wie of door middel van wie de standplaats is toegewezen
Artikel 14. Retributie standplaatsen.
De retributie voor de standplaatsen op de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein wordt bij afzonderlijk besluit vastgesteld.
Artikel 15. Opstellen – uitbating en afbreken van de kermisattracties en vestigingen met kermisgastronomie.
15.1 Het kermismateriaal wordt slechts op het foorterrein toegelaten vanaf de woensdagmiddag die de desbetreffende kermis voorafgaat om 12.00 uur.
Voor de jaarmarktkermis wordt bepaald kermismateriaal reeds op het foorterrein toegelaten vanaf de woensdag om 08.00 uur die voormelde kermissen voorafgaat. De betrokken standhouders worden hiervan vooraf verwittigd door de foormeester.
Op het foorterrein mogen alleen die wagens geplaatst worden welke onmisbaar zijn voor de exploitatie van de kermisattracties en de vestigingen met kermisgastronomie.
Alleen de aangestelde foormeester zal oordelen welke bijkomende wagens of andere voorwerpen op het foorterrein toegelaten worden.
Op het foorterrein zullen geen woonwagens en/of slaapwagens worden toegelaten die niet voorzien zijn van chemische toiletten of andere, die als volstrekt hygiënisch kunnen aanvaard worden. Blijven de eigenaars in gebreke om met vereiste spoed de bevelen tot het verplaatsen of verwijderen van de desbetreffende wagens uit te voeren, dan kan dit gebeuren door de zorgen van het gemeentebestuur, op kosten en risico’s van de nalatige kermisuitbater.
15.2 Bij het opstellen van de kermisattracties en vestigingen met kermisgastronomie moeten de laadwagens, zodra zij afgeladen zijn, onmiddellijk van het foorterrein verwijderd worden.
15.3 Elke deelnemer aan de onder artikel 1 vermelde kermissen verbindt er zich toe opgesteld te blijven gedurende de gehele duur van de desbetreffende kermis.
15.4 De kermisuitbater mag enkel beschikken over de standplaatsruimte die hem is toegewezen. Indien een standplaats wordt toegewezen die groter is dan voor de inrichting noodzakelijk, beschikt het gemeentebestuur over de hierdoor bekomen vrije ruimte.
De zijdelingse afstand tussen twee kermisattractie of vestigingen met kermisgastronomie dient minimum één meter te bedragen. Deze ruimte mag door geen enkel voorwerp worden versperd.
15.5 Foorreizigers die tijdens de kermis gebruik maken van een gas- en/of elektrische installatie zijn verplicht te beschikken over een gunstig keuringsattest. Indien zij gebruik maken van verwarmingstoestellen zijn zij verplicht verzekerd te zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid en risico’s van brand en burenverhaal. Op verzoek van de plaatsmeester moet worden aangetoond dat aan bovengenoemde verplichtingen werd voldaan..
De marktkramers moeten hun standplaats volledig reinigen en hun afval meenemen.
Artikel 16. Gebruik van verwarmingstoestellen en brandpreventie
Het is verboden gebruik te maken van verwarmingstoestellen die niet voldoen aan de vigerende veiligheidsvoorschriften, of die gassen of rook doen ontsnappen.
Elke vestiging met kermisgastronomie moet uitgerust zijn met een brandblusapparaat (keuringslabel BENOR/NVBB) met een blusvermogen van minstens één bluseenheid (CO2/ABC-poeder) aanwezig. De controledatum staat vermeld op/ aan het apparaat.
De kermisattracties met kermisgastronomie moeten zodanig worden ingericht dat geen brandbare, schadelijke, hinderlijke en/of onwelriekende vloeistoffen op de grond kunnen druipen.
Indien zulks onmogelijk blijkt, moeten de foorkramers deze vloeistoffen in emmers of waterdichte kuipen opvangen.
Artikel 17 Vooropzeg vanuit de gemeente (Wet art. 8 § 2)
Wanneer de openbare kermis of een deel van de standplaatsen definitief wordt opgeheven, geldt een termijn van vooropzeg aan de houders van een standplaats per abonnement
Deze termijn bedraagt 12 maanden wanneer de houder definitief zijn abonnement verliest.
Deze termijn bedraagt 6 maanden in het geval van een definitieve verhuizing van de openbare kermis of een deel ervan en de houder zijn abonnement behoudt.
In gevallen van absolute noodzakelijkheid kan hier van afgeweken worden. De minimumtermijn kan dan ingekort worden.
AFDELING 2: Organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten openbare kermissen.
Artikel 18.Toepassingsgebied (KB art. 19 en 20)
18.1 Op aanvraag van een kermisuitbater
Eenieder die een standplaats wenst in te nemen op één of meerder plaatsen van het openbaar domein buiten de openbare kermissen om een kermisactiviteit uit te oefenen moet dit voorafgaand aan vragen bij de gemeente.
De aanvraag gebeurt schriftelijk per aangetekende brief met ontvangstbewijs, hetzij bij persoonlijk overhandigde brief tegen ontvangstmelding, hetzij per duurzame drager (fax of mail) met ontvangstmelding aan te vragen aan het college van burgemeester en schepen.
Deze aanvraag dient te vermelden:
- datum van de kermis
- de aard van de attractie of van de vestiging;
- de technische specificatie van de attractie of van de vestiging;
- de graad van veiligheid van de attractie of van de vestiging;
- de situering van de standplaats;
- de naam, voornaam en adres van de persoon wie de standplaats aanvraagt;
- desgevallend, het maatschappelijk doel van de rechtspersoon van wie de standplaats vraagt en - het adres van haar maatschappelijke zetel;
-.het ondernemingsnummer;
-.bewijs KBO met juiste NAECE-code
De uitoefening van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel op het openbaar domein buiten een openbare kermis, valt onder het toepassingsgebied van het gemeentelijk reglement betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markt.
18.2 Van uit de gemeente
Wanneer het college van burgemeester en schepen een standplaats op het openbaar domein wenst toe te kennen, wordt de procedure zoals omschreven in artikel 5 van dit reglement gevolgd.
Artikel 19. Voorwaarden inzake toewijzing en inname standplaatsen (KB art.21)
De personen die voldoen aan de voorwaarden tot het verkrijgen en innemen van de standplaatsen op de openbare kermissen kunnen standplaatsen op het openbaar domein verkrijgen en innemen.
Artikel 20 Duur machtiging (KB art. 22)
De machtiging wordt door het college van burgemeester en schepenen toegekend voor een bepaalde periode.
AFDELING 3: Algemene voorwaarden en slotbepalingen
Artikel 21
21.1
Het is de kermisuitbaters verboden schade aan te richten aan het openbaar domein. Onder geen enkel voorwendsel mogen zij hun inrichting bevestigen in het wegdek, aan bomen, verlichtingspalen en verkeerstekens.
Eventuele schade aangebracht aan het openbaar domein wordt onmiddellijk geschat door een afgevaardigde van het gemeentebestuur.
Het schadebedrag wordt bekrachtigd door het college van burgemeester en schepenen en is onverwijld door de schuldenaar te betalen in handen van de gemeenteontvanger.
21.2
Het gemeentebestuur neemt geen bewaking op zich van de kermisattracties, vestigingen met kermisgastronomie en wagens staande op het foorterrein of elders. Het gemeentebestuur is evenmin verantwoordelijk voor beschadiging, verlies of diefstal van de daarin geborgen of tentoongestelde zaken.
21.3
Iedere kermisuitbater moet de nodige voorzieningen treffen om vervuiling van zijn toegewezen standplaats en omgeving te voorkomen. Daarvoor moet de uitbater voldoende vuilnisemmers rond zijn kermisattractie of vestiging met kermisgastronomie plaatsen en bij het verlaten van de standplaats alle afval meenemen.
21.4
Elke kermisuitbater die aan één van de onder 1 vermelde kermissen deelneemt machtigt het college van burgemeester en schepenen om op zijn kosten en risico te handelen indien nalatigheid wordt vastgesteld van de opgelegde voorwaarden.
Door deel te nemen aan één van bovenvermelde kermissen erkent de standplaatshouder kennis te hebben genomen van onderhavig kermisreglement waardoor hij geen onwetendheid kan inroepen.
De kermisuitbater verbindt zich ertoe alle hierin opgenomen bepalingen stipt te zullen naleven.
Artikel 22. Onvoorziene gevallen
Het college van burgemeester en schepenen beslecht alle onvoorziene gevallen na de foormeester te hebben gehoord.
Artikel 23. Persoon belast met de praktische organisatie van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein
De persoon, foormeester, belast met de praktische organisatie en toezicht van de openbare kermissen en de kermisactiviteiten op het openbaar domein, wordt aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. De foormeester is gemachtigd om de documenten vermeld in afdeling 1, artikel 3 van onderhavig reglement te controleren.
Artikel 24 Bekendmaking en inwerkingtreding
Onderhavig kermisreglement treedt in werking op 1 mei 2024 en zal worden bekend gemaakt conform artikel 186 van het gemeentedecreet.
Telkens een intergemeentelijk samenwerkingsverband een Algemene Vergadering organiseert, moet de gemeenteraad de agenda en het mandaat voor de gemeentelijke vertegenwoordiger goedkeuren.
Juridisch kader
Toepasselijke wetgeving : Decreet Lokaal Bestuur
Motivering :
De uitnodiging voor de Algemene Vergadering van IGS Westlede op 11 juni 2024 om 19 uur in de hoofdzetel, Smalle Heerweg 60, 9080 Lochristi per mail ingekomen op 4 april 2024.
Het gemeenteraadsbesluit van 31 januari 2019 waarbij mevr. Agnes Dierick werd aangeduid als vertegenwoordiger voor de gemeente in de Algemene Vergadering en dhr. Luc Maes als plaatsvervanger.
De gemeenteraad dient zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de Algemene Vergadering en dient het mandaat van de vertegenwoordiger vast te stellen.
Art. 1 : De Raad beslist zijn goedkeuring te hechten aan de hierna vermelde agenda van de Algemene Vergadering van IGS Westlede dd. 11 juni 2024:
1. Goedkeuring verslag van de Buitengewone Algemene Vergadering van 12/12/2023
2. Goedkeuring jaarrekening en jaarverslag 2023
3. Verslag commissaris-revisor
4. Goedkeuring werkingsverslag 2023
5. Goedkeuring remuneratieverslag 2023
6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor
7. Varia
Art. 2 : De Raad beslist de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de Algemene Vergadering van IGS Westlede, op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden hiervoor opgenomen in artikel 1.
Art. 3 : De Raad beslist het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde besluiten.
Art. 4 : Deze beslissing zal overgemaakt worden aan IGS Westlede.
Telkens een intergemeentelijk samenwerkingsverband een Algemene Vergadering organiseert, moet de gemeenteraad de agenda en het mandaat voor de gemeentelijk vertegenwoordiger goedkeuren.
Juridisch kader
Toepasselijke wetgeving : Decreet Lokaal Bestuur
Motivering :
De gemeente is voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Intergem.
De agenda met documentatiestukken werd opgesteld door de Raad van Bestuur in zitting van 14 maart 2024.
De gemeente werd per aangetekend schrijven van 2 april 2024 opgeroepen om deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van Intergem die op 20 juni 2024 plaatsheeft in “De Mooie Molen, Nedermolenstraat 3 te 9310 Aalst (Meldert)”.
Een dossier met documentatiestukken werd aan de gemeente per brief van 2 april 2024 overgemaakt.
Gelet op het voorstel tot oprichting van de wachtstructuur TRANSCO ENERGY CV, beslist door de Raad van Bestuur van Intergem in zijn zitting van 14 maart 2024, en de beslissing om de oprichting, de inbreng in geld (2.000,00 euro), de goedkeuring van de ontwerpstatuten, het financieel plan, de motiveringsnota, de nota mogelijke aandeelhoudersovereenkomst en de gevraagde volmachtverlening, ter bekrachtiging voor te leggen aan de Algemene Vergadering van 20 juni 2024.
Overeenkomstig het artikel 472 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur dient de beslissing tot deelneming van een dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging in een andere rechtspersoon te worden genomen door de Algemene Vergadering op grond van een verslag dat de Raad van Bestuur heeft opgemaakt waarin de voor- en nadelen van de deelneming worden afgewogen en waarin wordt aangetoond dat de opdrachthoudende vereniging zelf niet die voordelen kan bieden. De Raad van Bestuur van Intergem keurde in voormelde zitting van 14 maart 2024 het verslag aan de Algemene Vergadering goed. Samengevat zijn de voordelen van de oprichting van TRANSCO ENERGY CV o.a. het bestendigen van de gemeentelijke controle en strategische verankering van Elia (via Publi-T) en Fluxys (via Publigas) zonder de gemeente financieel te belasten (een goedkeuring van deze oprichting impliceert geenszins onomkeerbare stappen, noch onomkeerbare financiële engagementen voor Intergem of de gemeente), het gegeven dat dergelijke structuur veel toegankelijker is voor, en gekend door, externe investeerders dan de publiekrechtelijke figuur van de opdrachthoudende vereniging, zonder daarbij de rechten en belangen van de gemeenten uit het oog te verliezen (waarbij Intergem recht heeft op minstens één bestuurder, die regelmatig verslag moet uitbrengen). Ook de gefaseerde aanpak in dit dossier heeft een aantal duidelijke voordelen zoals de eenvoudige mogelijkheid tot vereffening indien nodig, het sneller kunnen schakelen bij een eerstvolgende kapitaaloperatie van Elia/Publi-T (of Fluxys/Publigas), de creatie van een duidelijk afgelijnde overlegstructuur en het feit dat er nu nog geen verregaande akkoorden moeten worden gesloten met niet-gemeentelijke partners, waarbij nu enkel sprake is van een minimale cash-inbreng zonder het beleid van de nieuwe gemeenteraad in de volgende legislatuur of de toekomstige ontwikkeling van de financiën van de gemeente nodeloos te verstoren (geen substantiële financiële impact op het gemeentebestuur).
Artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 april 2022 waarbij dhr. Yari Van Kaer werd aangeduid als vertegenwoordiger voor de gemeente in de Algemene Vergadering en het gemeenteraadsbesluit van 28 mei 2019 waarbij dhr. Guido De Cock werd aangeduid als plaatsvervanger.
Art. 1 : De Raad beslist zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Intergem dd. 20 juni 2024 :
1. Kennisneming verslagen van Intergem van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2023.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Intergem afgesloten op 31 december 2023 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Intergem met betrekking tot het boekjaar 2023.
5. Voorstel oprichting onthaalstructuur voor belangen in Publi-T en Publigas
6. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
7. Statutaire benoemingen.
8. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de agendapunten 5 en desgevallend 6 en 7 te actualiseren en te finaliseren, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 5 en desgevallend 6 en 7 bij authentieke akte te doen vaststellen.
9. Statutaire mededelingen.
Art. 2 : VOORSTEL OPRICHTING ONTHAALSTRUCTUUR VOOR BELANGEN IN PUBLI-T EN PUBLIGAS
De Raad beslist zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel tot oprichting van de wachtstructuur TRANSCO ENERGY CV door Intergem.
De Algemene Vergadering van Intergem wordt verzocht de oprichting, de inbreng in geld (2.000,00 euro), de ontwerpstatuten, het financieel plan, de motiveringsnota, de nota mogelijke aandeelhoudersovereenkomst en de gevraagde volmachtverlening te willen bekrachtigen.
Art. 3 : De Raad beslist de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Intergem op 20 juni 2024 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen 1 en 2 van onderhavige beslissing.
Art. 4 : De Raad beslist het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Intergem, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be .
Telkens een intergemeentelijk samenwerkingsverband een Algemene Vergadering organiseert, moet de gemeenteraad de agenda en het mandaat voor de gemeentelijke vertegenwoordiger goedkeuren.
Juridisch kader
Toepasselijke wetgeving : Decreet Lokaal Bestuur
Motivering :
De uitnodiging voor de Algemene Vergadering van Interwaas op 29 mei 2024 om 20 uur in de kantoren van Interwaas.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 mei 2019 waarbij dhr. Guido De Cock werd aangeduid als vertegenwoordiger voor de gemeente in de Algemene Vergadering en het gemeenteraadsbesluit van 31 januari 2019 waarbij mevr. Agnes Dierick werd aangeduid als zijn plaatvervanger.
De gemeenteraad dient zijn goedkeuring te hechten aan de agendapunten van de Algemene Vergadering en dient het mandaat van de vertegenwoordiger vast te stellen.
Alle aanwezige raadsleden kunnen zich akkoord verklaren met de behandeling bij hoogdringendheid van dit agendapunt.
Art. 1 : De Raad besluit zijn goedkeuring te hechten aan de hierna vermelde agenda van de Algemene Vergadering van Interwaas dd. 29 mei 2024:
1. Jaarverslag en jaarrekening over 2023.
2. Verslag van de commissaris-revisor betreffende het boekjaar 2023.
3. Goedkeuring van het jaarverslag en van de jaarrekening over het boekjaar 2023, inclusief de bestemming van het resultaat.
4. Kwijting aan de bestuurders en aan de commissaris-revisor betreffende de vervulling van hun mandaat over het boekjaar 2023.
5. Kapitaalsverhoging gemeenten met een bevolkingsaangroei van meer dan 5 % (Lokeren, Stekene, Waasmunster en Zwijndrecht)
Art. 2 : De Raad beslist de vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de Algemene Vergadering van Interwaas, op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden hiervoor opgenomen in artikel 1.
Art. 3 : De Raad beslist het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde besluiten.
Art. 4. : Deze beslissing zal overgemaakt worden aan Interwaas.
De gemeenteraad dient binnen de 50 dagen een advies uit te brengen m.b.t. de jaarrekeningen van de kerkfabrieken. Bij nazicht werden er geen leemten vastgesteld. De gemeente kan bijgevolg de jaarrekeningen gunstig adviseren.
Juridisch kader
Toepasselijke wetgeving:
De jaarrekeningen werden ontvangen op 25/03/2024 en 27/03/2024. De gemeenteraad dient binnen de 50 dagen advies uit te brengen.
Bij nazicht werden geen grote leemten vastgesteld in de documenten.
Art 1: De jaarrekeningen over het dienstjaar 2023 van de kerkfabrieken St. Rochus, Sint-Jan Baptist en OL Vrouw en Sint-Petrus en Paulus worden gunstig geadviseerd.
De technische uitvoerende dienst meer bepaald de grasploeg heeft nood aan een nieuwe ruwterreinmaaier. Er wordt gekozen om een zelfrijdende 4x4 ruwterreinmaaier of ontstruiker aan te kopen.
In het kader van de opdracht “Aankoop ruw terreinmaaier groendienst” werd een bestek met nr. 2024/318 opgesteld door de Technische Dienst.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 14.876,03 excl. btw of € 18.000,00 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 3 juni 2024 om 12.30 uur voorgesteld.
Juridisch kader
Toepasselijke wetgeving:
- Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
- Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
- De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
- Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Art. 1 : Het bestek met nr. 2024/318 en de raming voor de opdracht “Aankoop ruw terreinmaaier groendienst”, opgesteld door de Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 14.876,03 excl. btw of € 18.000,00 incl. 21% btw.
Art. 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3 : Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Van Haute, Industriepark Zwaardveld 27 te 9220 Hamme;
- Machineland Van der Stock, Grote Baan 138 te 9100 Sint-Niklaas;
- Imschoot bvba, Dorp Oost 84 te 9080 Lochristi;
- Heynssens Tuinmachines, Eeckelaerthof 13 te 9111 Belsele (Sint-Niklaas).
Indien geen offertes kunnen weerhouden worden, wordt het college gemachtigd om andere aanbieders aan te schrijven
Art. 4 : De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 3 juni 2024 om 12.30 uur.
Creat/Farys hebben een raamovereenkomst "aankoop interactieve borden" lopende.
Het onderwijs heeft in kader van een aankoop interactieve borden interesse voor het instappen op deze raamovereenkomst.
In deze raamovereenkomst treedt de firma Didacta op als dienstverlener waarmee we in het verleden ook al meermaals hebben samengewerkt (goede prijs/kwaliteitverhouding en interventies bij defecten).
Juridisch kader
In de gemeenteraad van 23 oktober 2014 werd goedkeuring verleend voor het aansluiten bij de aankoopcentrale Farys.
Farys treedt voor deze opdracht op als aankoopcentrale in de zin van artikelen 2,4° en 15 van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
De gemeente kan hiervan gebruik maken waardoor zij is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren;
Het is aangewezen dat de gemeente gebruik maakt van de aankoopcentrale omdat de voorziene dienstverlening voldoet aan de behoefte van de gemeente en omdat de aankoopcentrale beschikt over meer technische expertise en de aangewende gunningscriteria ook gelden voor de gemeente;
Mocht de gemeente enkel voor zichzelf een gunningsprocedure opstarten, ligt het voor de hand dat de prijszetting hoger zou zijn;
In het kader van de aankoop van interactieve borden voor het onderwijs wordt ingestapt op de raamovereenkomst van de aankoopcentrale Farys;
Toepasselijke wetgeving:
- het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56, betreffende de
bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen;
- de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere
wijzigingen;
- het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
- het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende
het bestuurlijk toezicht;
- de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake
overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere
wijzigingen;
- het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de
overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
- het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en
latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
- wetgeving op de overheidsopdrachten, inzonderheid op artikel 15 van de Wet overheidsopdrachten en
bepaalde opdrachten voor werken,
- leveringen en diensten van 15 juni 2006 (aankoop- of opdrachtencentrale);
Art. 1: Voor de aankoop van interactieve borden zal gebruik gemaakt worden van de raamovereenkomst van de voornoemde aankoopcentrale Farys.
Art .2: De firma Didacta treedt op als dienstverlener voor deze raamovereenkomst.
De gemeente Waasmunster ondertekende het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 op 23 september 2021. Het pact voorziet een jaarlijkse inhoudelijke rapportering met betrekking tot de voortgang die aan de gemeenteraad dient voorgelegd te worden. Deze rapportage dient tevens bij het Agentschap Binnenlands Bestuur ingediend te worden.
Juridisch kader
- het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017 en latere wijzigingen in het bijzonder artikel 2 dat stelt 'De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.'
- het ondertekenen door de gemeente Waasmunster van het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.
- het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behouden 16 specifieke doelstellingen.
Enig artikel: De raad neemt akte van de rapportering 2023 in verband met het Lokaal Energie- en Klimaatpact.
De gemeente Waasmunster wil extra kwaliteitsvol groen in de gemeente stimuleren. De gemeente realiseert heel wat plantvakken op het openbaar domein. En wil bewoners stimuleren om in te zetten om op eigen terrein extra kwaliteitsvol groen aan te leggen. Naast inzetten op ontharden en vergroenen van de private eigendommen wil het bestuur waar mogelijk bewoners stimuleren om kwalitatief groen te voorzien in de openbare ruimte. Geveltuinen kunnen daaraan bijdrage. Ze brengen meer sfeer in de straat, zorgen voor schaduw op warme dagen en minder wateroverlast bij hevige regen. Planten zorgen voor meer biodiversiteit en bieden voedsel aan vogels en insecten.
In bestaande straten kunnen inwoners een deel van het voetpad omvormen tot geveltuin. Uiteraard dienen hierbij een aantal voorwaarden in acht genomen te worden. Naast vergroenen van straten is het ook belangrijk dat straten goed toegankelijk blijven. De principes van het vademecum voetpaden zijn daarvoor richtinggevend. De hierin opgenomen richtlijnen:
- Vrije breedte looproute minimaal 1m50, liever 1m80 en altijd afgestemd op de te verwachten gebruiksintensiteit
- Uitzonderingen:
Puntversmalling (= versmalling over een lengte van max.1m20) min. vrije doorgangsbreedte 1m.
Lijnversmalling (= versmalling over een lengte van max. 10m) min. vrije doorgangsbreedte 1m20m en voor en na de versmalling een vrije draairuimte van min. 1m50 x 1m50
- Vrije hoogte minimaal 2m10
- Wanneer groenvoorzieningen, zoals bomen, heggen, struiken, bodembedekkers, … de vrije doorgang verkleinen, moet de werkelijk resterende vrije doorgang gemeten worden en niet de breedte van de verharding.
Verder dient er ook rekening gehouden worden met het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer, waarin artikel 3 volgende voorwaarden stelt.
- Als de weg voor voetgangersverkeer breder is dan 2,00 meter, dient steeds een minimale obstakelvrije loopweg van 1,50 meter breedte te worden gegarandeerd.
- Als de weg voor voetgangersverkeer een breedte heeft tussen 1,50 meter en 2,00 meter, mag slechts 0,50 meter hiervan door obstakels worden ingenomen.
- Elke weg voor voetgangersverkeer heeft een geheel obstakelvrije loopweg van minstens 1,00 meter en een vrije hoogte van minstens 2,10 meter.
Juridisch kader
- het decreet lokaal bestuur van 21 december 2017 en latere wijzigingen
- het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer van 29 april 1997
- het vademecum voetgangersvoorzieningen van het Agentschap Wegen en Verkeer
Art. 1 - Definities
In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.
Plantvak: de onverharde zone in de openbare weg waarin de geveltuin en/of straattuin kan komen.
Geveltuin: een beplant gedeelte van de openbare weg, tegen de perceelgrens (tegen een gevel van een gebouw, een vrijstaande muur …) inclusief de afboording.
De eigenaar: de eigenaar, mede-eigenaar of houder van een zakelijk recht.
De beheerder: De persoon die de geveltuin aanlegt en onderhoud en degene die alle nodige meldingen aan het bestuur doorgeeft.
De weg voor voetgangersverkeer: elk gedeelte van de openbare weg dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor voetgangersverkeer waaronder ook rolstoelgebruikers.
Obstakelvrije loopweg: ruimte waarbinnen de voetganger zich kan voortbewegen zonder dat een vaste hindernis (een paal, een verkeersbord, een parkeerzone, enzovoort) zijn voortgang belemmert. De afstand van deze loopweg wordt in dit reglement gemeten grenzend aan de rand van het geveltuintje en gemeten loodrecht op de perceelgrens.
Klimplant: een plant die tegen voorwerpen (muren, bomen, kabels …) omhoog kan groeien
Art. 2 - Toepassingsgebied
Het reglement is van toepassing op grondgebied Waasmunster.
Art. 3 - Wie kan een geveltuin aanleggen?
De eigenaar of de huurder van het gebouw waarvan de gevel paalt aan de openbare weg. In geval men huurder dient men het formulier met de schriftelijke toelating van de eigenaar(s) toe te voegen aan de aanvraag. Ingeval van mede-eigendom dienen in beide gevallen alle eigenaars akkoord te gaan.
Bij verhuis van de beheerder van de geveltuin wordt dit gemeld aan het gemeentebestuur. De melding omvat tevens volgende duiding:
- Bij behoud van de geveltuin wordt het volledige ingevuld aanvraagformulier door de nieuwe beheerder bezorgd aan het gemeentebestuur. (Dit dient op dezelfde manier te gebeuren als bij een nieuwe aanvraag)
- Bij verwijderen van de geveltuin wordt aangegeven tegen welke datum het voetpad wordt hersteld in de oorspronkelijke staat.
Art. 4 - Procedure voor het aanvragen van een geveltuin
Er wordt een schriftelijke melding gemaakt van de intentie om een geveltuin aan te leggen. De melding gebeurt bij het gemeentebestuur bij voorkeur via het meldingsformulier op de website. Indien de huurder de melding doet, dan is die verplicht het formulier met de schriftelijke toelating van de eigenaar(s) toe te voegen. Voor alle geveltuinen is er een meldingsplicht. Het College van Burgemeester en Schepenen zal de gegevens opgenomen in de melding toetsen aan het reglement, indien nodig wordt ook een plaatsbezoek uitgevoerd om een correcte inschatting van de omgeving waar de geveltuin wordt gepland te kunnen maken en zo te oordelen of de geveltuin mag aangelegd worden.
De aanvrager wordt zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen, pas nadat deze goedkeuring werd ontvangen kan de aanvrager starten met de aanleg van de geveltuin.
Art. 5 -Voorwaarden voor de aanleg van een geveltuin
§1. Afmetingen geveltuin:
De breedte van de geveltuin bedraagt loodrecht op de perceelgrens gemeten en tot een hoogte van 2,10 m boven het maaiveld, over zijn gehele lengte maximaal 30 cm tov van de oorspronkelijke rooilijn als de geveltuin aangelegd wordt in een bestaande verharding.
Een gelijke breedte over de volledige lengte van de geveltuin is verplicht, tenzij er enkel een klimplant komt of een motivering waarom dit niet mogelijk is. De geleidingselementen voor de klimplant steken loodrecht op de perceelgrens gemeten maximaal 20 cm uit.
Naast die maximale breedte van 30 cm moet er ook altijd voldoende obstakelvrije loopweg/brandweertoegang zijn. Dit betekent dat ter hoogte van obstakels de geveltuin over de volledige gevellengte misschien smaller zal moeten zijn dan 30 cm.
Bijkomend dient over de hele lengte van de perceelgrens een obstakelvrije loopweg (voetpad exclusief boordsteen) met een breedte van minimaal 1 meter gewaarborgd blijven
De geveltuin moet op 50 cm tot de scheidingslijn met de buren blijven en de beplanting mag niet voorbij de scheidingslijn komen tenzij de buren (eigenaar en huurder) schriftelijk akkoord gaan om daarvan af te wijken.
Het plaatsen van geveltuinen mag de doorgang voor voertuigen van de hulpdiensten niet in het gedrang brengen. De doorgang voor hulpdiensten moet ten allen tijdens minstens 4 m breed zijn tot op een hoogte van 4 m.
§2. Bijkomende voorwaarden voor een geveltuin in straten aangelegd als woonerf (1 niveau) gelden:
- ten alle tijden minimale vrije doorgang 4 m breed (tot 4m hoog) in functie van de doorgang van hulpdiensten en dit over de volledige gevelbreedte. Dit wil zeggen dat er ter hoogte van de eigen gevel voldoende ruimte gevrijwaard moet blijven voor het plaatsen van bv de afvalcontainers op dagen van afvalophaling om zo de rijloper van 4 m ten alle tijden garanderen.
- bij de beoordeling zal ook rekening gehouden worden met de aanwezigheid van garages/carports op naastliggende en tegen overliggende percelen zodat de veilige toegang ertoe gevrijwaard wordt. De geveltuin mag geenszins het indraaien van garages op naastliggende en tegenoverliggende percelen verhinderen/bemoeilijken.
§3. Voorwaarden bij de aanleg van een geveltuin
De beheerder dient bij de aanleg de nodige voorzichtigheid in acht te nemen. Mogelijke schade aan leidingen en kabels valt ten laste van de beheerder. Bij de minste twijfel over de aanwezigheid van leidingen en kabels moet informatie worden ingewonnen bij nutsbedrijven.
Alle voorzieningen van openbaar nut zoals straatnaamborden, verkeersborden, verlichtingspalen en pictogrammen (gas, hydrant, …) moeten steeds zichtbaar blijven en bereikbaar zijn. Op deze plaatsen mag er geen gevelbegroeiing komen
Als een geveltuin aangelegd wordt in bestaande verharding moet die geveltuin worden afgeboord in een vloeiende lijn met betontegels of grijze betonboordstenen. De uitgebroken betontegels moeten bewaard worden of kunnen gebruikt worden als afboording van de geveltuin. De afboording steekt maximaal 10 cm uit boven de trottoirverharding. De breedte van de afboording is inbegrepen in de maximale breedte van 30 cm.
Objecten zijn niet toegelaten in een geveltuin, tenzij er een vergunning inname openbaar domein is verleend.
§4. Voorwaarden met betrekking tot beheer en/of onderhoud van een geveltuin
De beheerder (huurder en/of eigenaar) moet de geveltuin en de verharding errond zodanig onderhouden dat ze geen hinder of gevaar opleveren voor het verkeer. De planten mogen tot een hoogte van 2,10 m niet buiten de rand van de geveltuin komen.
De bevoegde gemeentediensten herstellen eventuele schade aan de openbare weg veroorzaakt door de geveltuin op kosten van de beheerder.
De beheerder verbindt er zich toe elke verzakking of andere beschadiging onmiddellijk te melden aan de gemeente en zelf voorlopig de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen. Na plaatsbezoek van de gemeente wordt beslist wie moet instaan voor het herstel van de schade.
Alle dood of levend materiaal in de geveltuin verwerkt, blijft eigendom van de beheerder. De beheerder is burgerrechtelijk verantwoordelijk voor alle ongevallen die voortvloeien uit de aanwezigheid van de geveltuin of het niet naleven van het reglement. De beheerder zal de door de bevoegde gemeentedienst opgelegde herstellingswerken of aanpassingswerken, op eerste verzoek, onmiddellijk uitvoeren. De beheerder vrijwaart de gemeente tegen alle vorderingen die derden tegen haar instellen als gevolg van de aangelegde geveltuin.
De bevoegde gemeentedienst of operator op het openbaar domein (bv. nutsmaatschappijen) is gerechtigd de al dan niet tijdelijke verwijdering van materialen en planten te eisen ten behoeve van werkzaamheden van openbaar nut.
De beheerder wordt op de hoogte gesteld van geplande werken. De beheerder kan de beplanting desgewenst recupereren. Het gemeentebestuur betaalt hiervoor geen vergoeding aan de beheerder. Het gemeentebestuur kan nooit aansprakelijk gesteld worden voor gelijk welke verandering of beschadiging veroorzaakt aan de geveltuin. De beheerder zal de geveltuin herstellen zonder vergoeding van de gemeente, na werken van een operator, of kan kiezen voor het beëindigen van het beheer en het voetpad herstellen in de oorspronkelijke staat.
§5. Voorwaarden met betrekking tot plantenkeuze voor de geveltuin
De beplanting voor de geveltuin bestaat bij voorkeur uit inheemse soorten. Er mogen geen invasieve exoten aangeplant worden in de geveltuin. De planten mogen geen stekelige of doornige planten zijn en bijkomend mogen dit ook geen planten zijn met een sterk wortelgestel. De plantput voor het plaatsen van de planten mag maximaal 50 cm diep zijn.
Art. 6 - Beëindigen van het beheer van een geveltuin
Het beheer van een geveltuin beëindigen kan door alle planten en materialen te verwijderen uit de geveltuin en het voetpad te herstellen in oorspronkelijke staat.
De stopzetting dient via schriftelijke melding doorgegeven te worden aan milieu@waasmunster.be of per (aangetekende) brief gericht aan de gemeente. De e-mail of de brief vermeldt uitdrukkelijk dat de beheerder het beheer wenst te beëindigen, hierbij dient ook de einddatum vermeld te worden.
Indien de beheerder het herstel in oorspronkelijke staat zelf uitvoert worden er geen kosten aangerekend.
Indien de gemeente vaststelt dat de geveltuin is verwijderd en het voetpad niet in oorspronkelijke staat werd hersteld, dan staat de beheerder in voor de kosten van het herstel.
De gemeente kan steeds – om reden van openbaar nut – een reglementair aangelegde geveltuin op haar openbaar domein verwijderen en de openbare weg in zijn oorspronkelijke toestand herstellen. De gemeente betaalt hiervoor geen vergoeding aan de beheerder, maar hieraan zijn ook geen kosten verbonden voor de beheerder.
Art. 7 - Algemene bepalingen
Alle betwistingen aangaande onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen.
In de gemeenteraad van 29 april 2020 (met een aantal beperkte wijzigingen in mei 2021) werd het nieuwe ‘gebruiksreglement en tarieven verhuur gemeentelijke infrastructuur’ goedgekeurd. De aanleiding voor dit nieuwe reglement was de ingebruikname van het nieuwe vrijetijdscentrum De Meermin, tegelijk werd van de opportuniteit gebruik gemaakt om alle tarieven te stroomlijnen. Het bestuur heeft in overleg met de vrijetijdsraad afgesproken om dit reglement op regelmatige tijdstippen te evalueren. Na 3 jaar werking is dit nu aan de orde.
De voornaamste wijzigingen omvatten:
- het afstemmen van de huur- en gebruiksvoorwaarden van het deel sport en het deel evenementen op elkaar voor wat betreft gebruikerscategorieën, sluitingsdagen, reservatie- en annulatietermijnen.
- het om praktische redenen (vnl. dubbelgebruik met de kunstacademies) niet langer verhuren van de refters van de gemeentescholen
- het voorzien in de aanrekening van bijkomende kosten indien de zalen niet naar behoren worden achtergelaten of als er schade wordt vastgesteld
- het schrappen van de sperperiode voor de polyzaal (voorheen was dit noodzakelijk omwille van het dubbel gebruik als theaterzaal)
- voor elk van de zalen werd een afzonderlijke infofiche opgemaakt met de specifieke gebruiksafspraken
De tarieven werden niet gewijzigd.
Juridisch kader
- de raadsbesluiten dd. 29/04/2020 en 27/5/2021 betreffende het gebruiksreglement en tarieven voor verhuur gemeentelijke infrastructuur
- het advies van de vrijetijdsraad in vergadering dd. 26/3/2024
Artikel 1: Het reglement 'verhuur gemeentelijke infrastructuur' en zijn bijlagen, zoals gevoegd bij dit besluit, vast te stellen.
Artikel 2: Dit reglement treedt onmiddellijk in werking. Voor reservaties die gemaakt werden voor de datum van inwerkingtreding van dit reglement worden de tarieven die van kracht waren op het het moment van reservering gehanteerd.
Artikel 3: Het reglement van 27 mei 2021 wordt opgeheven.
Er werden geen aangevraagde punten ingediend.
De mondelinge vragen kunnen beluisterd en bekeken worden op de website.
De zitting wordt geschorst om 20u43 om de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn af te werken. Om 20u47 wordt de zitting opnieuw geopend om de geheime zitting af te werken.
De voorzitter sluit de zitting op 25/04/2024 om 20:50.
Namens gemeenteraad,
Bram Collier
algemeen directeur
Aurélie Willaerts
voorzitter van de raad