De voorzitter opent de zitting op 22/12/2022 om 20:00.
Voor de aanvang van de zitting wordt aan de inwoners de mogelijkheid gegeven om vragen te stellen van 19.00 uur tot 19.30 uur.
Tijdens de gemeenteraad van 31/01/2019 werd het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad vastgesteld. Na een evaluatie door het college en de fractievoorzitters worden er enkele aanpassingen voorgesteld om het huishoudelijk reglement te moderniseren en de (voorbereiding van de) raad vlotter te laten verlopen.
Het oude huishoudelijk reglement dient opgeheven te worden en het nieuwe dient vastgesteld te worden door de raad.
Juridisch kader
Juridisch kader
Decreet lokaal bestuur
Motivering
Na een evaluatie door het college en de fractievoorzitters worden er enkele minieme aanpassingen voorgesteld om het huishoudelijk reglement te moderniseren en de (voorbereiding van de) raad vlotter te laten verlopen.
Art. 1 : Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad zoals vastgesteld in de gemeenteraadzitting van 31/01/2019 op te heffen.
Art. 2 : Het huishoudelijk reglement vast te stellen dat als bijlage aan dit besluit wordt gehecht.
Ten gevolge van de vorming van de woonmaatschappijen en de afbakening van het werkingsgebied daarvan zal de gemeente Waasmunster per 1 januari uittreden uit De Volkswoningen en toetreden tot De Tuinwijk. Teneinde een aantal lopende samenwerkingen tussen De Volkswoningen en ons bestuur te bestendigen en een aantal in het verleden genomen engagementen na te komen wordt aan de raad gevraagd de voorliggende overeenkomst goed te keuren. Het betreft een aantal zeer praktische aspecten m.b.t. nog te verrichten werkzaamheden rond aanleg openbaar domein (o.m. omgeving Bergop en Podtsmeulen), de overname van openbaar domein die gefinaliseerd dient te worden (Molenwijk) en de afspraken m.b.t. ter beschikking stellen van woningen aan de gemeente en het OCMW voor o.m. de buurtwerking en noodopvang.
Juridisch kader
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
- de Vlaamse Codex Wonen van 2021 artikel 4.36, vervangen bij het decreet van 9 juli 2021
- het decreet van 9 juli 2021 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen, artikel 205,
§2
- het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 4.96 en 4.99, vervangen bij het besluit van 17
december 2021
- de intentieverklaring van de raad van 26 juni 2021 houdende het oprichten van een woonmaatschappij
samen met de lokale besturen van Lokeren en Moerbeke
- het ministerieel besluit van 26 oktober 2022 houdende de erkenning van de besloten vennootschap
Tuinwijk als woonmaatschappij
- de beslissing van de raad in zitting van 24 november 2022 inzake het toetreden als vennoot tot de CVBV Tuinwijk
De raad keurt de samenwerkingsovereenkomst met De Volkswoningen, zoals in bijlage gevoegd bij deze beslissing, goed.
De gemeentelijke toelage aan de politiezone moet expliciet goedgekeurd worden door de gemeenteraad. Deze wordt vastgesteld in consensus met de gemeente Hamme en conform de wettelijke bepalingen.
Juridisch kader
- Het decreet lokaal bestuur.
- De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst (WGP), gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid de artikelen 40, 71, 72, 73, 74, 75 en 76 en latere wijzigingen.
- Het ontwerp van politiebegroting 2023, zoals het aan de politieraad van 13/12/2022 wordt voorgelegd waaruit blijkt dat, om te voldoen aan de verplichting opgelegd bij artikel 208 van de WGP, 5.731.459,00 euro ten laste moet gelegd worden van de gemeentelijke budgetten 2023 (meerjarenplan) van Hamme en Waasmunster.
- Het evenwicht in de gewone dienst komt tot stand door een dotatie van de gemeenten aan de politiebegroting die gelijk is aan het verschil tussen de gewone uitgaven en gewone ontvangsten van de politiebegroting. De gemeentelijke dotatie vormt bijgevolg het sluitstuk van de politiebegroting.
- Conform de verdeelsleutel, in consensus bepaald tussen de gemeente Hamme en Waasmunster, wordt hiervan 3.911.745,00 euro gedragen door de gemeente Hamme en 1.819.714,00 euro door de gemeente Waasmunster.
- Deze cijfers dienen nog bekrachtigd te worden in de Wet houdende de Rijksmiddelenbegroting en de Algemene Uitgavenbegroting. Naderhand zal de bevestiging volgen van het bedrag, per zone, door publicatie van het Koninklijk Besluit en zal een eventuele bijsturing gebeuren via de wijziging van het meerjarenplan.
Artikel 1 : De gewone dotatie van de gemeente Waasmunster aan de politiezone Hamme-Waasmunster wordt voor het jaar 2023 vastgesteld op 1.819.714,00 euro.
De lijst nominatieve toelagen vormt geen verplicht onderdeel meer van het meerjarenplan of de meerjarenplanaanpassing.
De gemeenteraad is conform art 41 §2 23° van het decreet lokaal bestuur bevoegd om de nominatieve toelagen vast te stellen.
Juridisch kader
Het decreet lokaal bestuur.
Artikel 1 : De aangepaste lijst met nominatieve subsidies 2022, zoals bijgevoegd in bijlage, wordt vastgesteld.
De lijst nominatieve toelagen vormt geen verplicht onderdeel meer van het meerjarenplan of de meerjarenplanaanpassing.
De gemeenteraad is conform art 41 §2 23° van het decreet lokaal bestuur bevoegd om de nominatieve toelagen vast te stellen.
Juridisch kader
Het decreet lokaal bestuur.
Artikel 1 : De lijst met nominatieve subsidies 2023, zoals bijgevoegd in bijlage, wordt vastgesteld.
Conform art 249 van het Decreet Lokaal Bestuur dient de gemeenteraad zijn deel (het deel gemeente) van de meerjarenplanaanpassing 3 2020 - 2025 vast te stellen.
Juridisch kader
Het Decreet Lokaal bestuur.
Artikel 1 : De meerjarenplanaanpassing 3 2020 - 2025, zoals bijgevoegd in bijlage, wordt voor het deel gemeente vastgesteld.
Conform art 249 van het Decreet Lokaal Bestuur dient de raad voor maatschappelijk welzijn zijn deel (het deel OCMW) van de meerjarenplanaanpassing 3 2020 - 2025 vast te stellen.
De gemeenteraad dient vervolgens het deel OCMW van deze meerjarenplanaanpassing goed te keuren.
Juridisch kader
Het Decreet Lokaal bestuur.
Artikel 1 : De meerjarenplanaanpassing 3 2020 - 2025, zoals bijgevoegd in bijlage, wordt voor het deel OCMW goedgekeurd.
De gemeenteraad heeft het meerjarenplan van de kerkraden goedgekeurd. Vermits de budgetten binnen het meerjarenplan vallen neemt de gemeenteraad enkel akte.
Juridisch kader
Toepasselijke wetgeving:
Art 1: De gemeenteraad neemt akte van de budgetten voor 2023 van de kerkraden O.L.Vrouw & St. Petrus en Paulus, St. Jan Baptist en St. Rochus zoals ingediend op 07/11/2022.
Bij gemeenteraadsbesluit van 22 december 2016 werd de implementatie van het DIFTAR-project voor de inzameling van huishoudelijk restafval vanaf de tweede helft van 2019 goedgekeurd ;
DIFTAR – wat staat voor een gedifferentieerd tarief – wijst de kosten voor afval toe aan de gebruiker, in plaats van ze (grotendeels) te solidariseren, zoals dat vroeger het geval was;
Om tegemoet te komen aan de verscherpte milieudoelstellingen van het nieuwe uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen (2016-2022) voerden de vennoten van MIWA vanaf 1 juli 2019 DIFTAR huis-aan-huis in;
De milieuprestaties voor restafval uit het Uitvoeringsplan kunnen enkel gerealiseerd worden als de inzameling door MIWA zoveel als mogelijk beperkt wordt tot huishoudelijk restafval en aan huishoudelijk restafval gelijkgesteld afval dat in de voorgeschreven recipiënten voor restafvalophaling kan worden geborgen ;
De gemeenteraad stelde bij beslissing van 31 januari 2019 het belastingreglement op het inzamelen en verwerken van huishoudelijk restafval en aan huishoudelijk afval gelijkgesteld restafval vast;
Door de stijgende kosten voor de ophaling en verwerking van het restafval is het noodzakelijk de tarieven vastgesteld in voornoemd belastingreglement aan te passen
Juridisch kader
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad alles regelt wat van gemeentelijk belang is;
Artikel 41 14° van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen ;
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet), inzonderheid art. 26 ;
Gelet op het Besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) ;
Het Uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 16 september 2016 ;
Het belastingreglement op het inzamelen en verwerken van huishoudelijk restafval en aan huishoudelijk afval gelijkgesteld restafval vastgesteld door de gemeenteraad op 31 januari 2019 met ingang van 1 januari 2023 op te heffen en te vervangen door onderstaand belastingreglement:
Artikel 1 – Heffingstermijn
Voor een termijn, die aanvangt op 1 januari 2023 en eindigt op 31 december 2025, wordt ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op het ophalen en verwerken van restafval van huishoudelijke oorsprong en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.
Artikel 2 – Toepassingsgebied
§ 1. Terminologie
A. Onder restafval wordt verstaan:
Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zowel naar hoeveelheid als naar samenstelling en die in een daartoe bestemde recipiënt kunnen worden aangeboden met uitzondering van papier en karton, PMD, glas, textiel, KGA (Klein Gevaarlijk Afval), GFT, snoeihout, oude metalen, houtafval, herbruikbare goederen en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.
B. Onder Diftar wordt verstaan:
Gedifferentieerde tarieven waarbij per huishouden geregistreerd wordt hoeveel afval aangeboden wordt op basis van ledigingsgewicht en aanbiedfrequentie, en waarbij de kosten individueel en correct toegewezen worden aan de gebruiker.
§ 2. Belastbaar feit
De belasting wordt geheven per keer dat :
a) restafval voor ophaling wordt aangeboden
b) een container wordt geruild
c) een containerslot wordt geplaatst
d) een tweede container wordt aangekocht
Artikel 3 – Berekeningsgrondslag
§ 1. De ophaling van restafval gebeurt per aansluitpunt door middel van containers van 40, 120, 240 of 1.100 liter. Deze containers zijn eigendom van MIWA. Elke container bevat een ingebouwde elektronische gegevensdrager (chip) waardoor de identiteit van de normale gebruiker is gekend. De containers behoren toe aan de fysische locatie (gebouw, infrastructuur of domein) van het ophaalpunt.
De belasting wordt vastgesteld via het Diftar-systeem.
§ 2. Voor ophaalpunten waar geen containers voor restafval ter beschikking worden gesteld, wordt het restafval verzameld in ondergrondse containers voor aanbieding van huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, waar via een toegangsbadge toegang verleend wordt tot het systeem en een registratie plaats vindt van de hoeveelheid aangeboden restafval. Deze ondergrondse containers worden door MIWA ter beschikking gesteld.
De belasting wordt vastgesteld per inworp.
§ 3. Een afmelding als referentiepersoon naar aanleiding van een verhuizing, van een overlijden of van een gelijkaardige omstandigheid moet schriftelijk gebeuren bij MIWA, waarna het Diftar-systeem wordt afgesloten en de container(s) voor verder gebruik word(t)(en) geblokkeerd.
Artikel 4 – Tarieven
§ 1. Voor aangeboden restafval door middel van niet ondergrondse containers
A. Basisbelasting
a) voor elke eerste 100 kilogram per kalenderjaar per op 1 januari van het aanslagjaar gedomicilieerd
gezinslid : 0,23 EUR per kilogram
b) voor elke bijkomende kilogram binnen hetzelfde kalenderjaar per gezin : 0,30 EUR per kilogram
B. Forfaitair voor de lediging
a) van een container van 40 liter : 0,15 EUR per lediging
b) van een container van 120 liter : 0,30 EUR per lediging
c) van een container van 240 liter : 0,60 EUR per lediging
d) van een container van 1.100 liter : 2,50 EUR per lediging
§ 2. Voor aangeboden restafval door middel van ondergrondse containers
Forfaitair 1,15 EUR per inworp
§ 3. Diverse andere tarieven
A. Omruiling van een container
a) op vraag van de containergebruiker 35,00 EUR per omruiling
b) eenmalig voor een nieuwe containergebruiker gratis
c) eenmalig bij wijziging van de gezinssituatie gratis
B. Plaatsen van een containerslot op verzoek van de containergebruiker (eenmalig) 35,00 EUR forfaitair
C. Aankoop van een tweede container of vervanging van een doelbewust beschadigde container
a) container van 40 liter : 35,00 EUR
b) container van 120 liter : 45,00 EUR
c) container van 240 liter : 50,00 EUR
§4. Indexering van de tarieven
De tarieven vermeld onder artikel 4 §1 en § 2 worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd en dit voor een eerste maal op 1 januari 2024, waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule.
Voor de berekening wordt het oorspronkelijk tarief vastgesteld op 01/01/2023 (P) vermenigvuldigd met de eindindex ( consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 augustus van jaar voorafgaand aan het aanslagjaar (c)) en gedeeld door de beginindex (consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023(C)).
k = P * c / C
waarbij :
P = Tarief op 1 januari 2023
C = consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023
c = consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 augustus van jaar x-1
x = aanslagjaar
k = het nieuwe tarief volgende de bovengenoemde afrondingsregels.
De herziene bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgestelde maximumtarief gehanteerd.
Artikel 5 – Belastingplichtige
De belasting op de ophaling en verwerking van restafval is verschuldigd door:
• de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister;
• de referentiepersoon van elk gezin dat op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en dat beroep doet op de betrokken dienstverlening;
• verenigingen, scholen, gemeenschapshuizen, rusthuizen, kerkfabrieken, openbare en semi-openbare instellingen…, die geïnitialiseerd zijn als ophaalpunt en per afzonderlijk ophaalpunt van restafval als dusdanig gekend zijn, en die als afvalproducent gebruik maken van MIWA-container(s) voorzien van een chip en/of gebruik maken van ondergrondse MIWA-containers door middel van een toegangsbadge.
• de zaakvoerder van de bedrijven die geïnitialiseerd zijn als ophaalpunt en per afzonderlijk ophaalpunt van restafval als dusdanig gekend zijn, en die als afvalproducent gebruik maken van een MIWA-container voorzien van een chip en/of gebruik maken van een ondergrondse MIWA-container door middel van een toegangsbadge.
Artikel 6 – Verminderingen
§ 1. Er wordt een vermindering van 35,00 EUR per jaar voorzien (op het aanslagbiljet voor niet ondergrondse containers of in geld op de badge voor gebruik van ondergrondse containers) aan de gezinnen die op 1 januari van het aanslagjaar zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Waasmunster en waarvan het gezinshoofd wordt aangeslagen in de algemene gemeentebelasting gezinnen en behoort tot één van de volgende categorieën :
A.) De gezinnen waarvan het gezinshoofd op 1 januari van het aanslagjaar geniet van de voorkeurtarieven inzake gezondheidszorg op basis van artikel 25 § 2 van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering (WIGW-tarief).
Deze gezinnen kunnen hun gezinssituatie bewijzen door middel van een attest van hun ziekenfonds, waaruit blijkt dat het gezinshoofd op 1 januari van het jaar van aanvraag geniet van de voorkeurtarieven inzake gezondheidszorg.
Deze vermindering geldt niet voor gepensioneerden die niet genieten van de voorkeurstarieven inzake gezondheidszorg.
B.) Gezinnen waarvan één van de leden ouder dan 4 jaar :
a.) In aanmerking komt voor de incontinentietoelage van de verplichte ziekteverzekering voor zover zij verzorgd worden in een thuiszorgsituatie (namelijk personen die op de Katzschaal een score hebben van 3 tot 4 punten voor het criterium incontinentie),
of
b.) Een zwaar zorgbehoevende persoon in de thuiszorg is die in aanmerking komt in het kader van de zorgverzekering voor tussenkomst professionele zorg voor zover het incontinentiemateriaal betreft (namelijk personen die op de BEL-schaal een score hebben van 2 tot 3 punten voor het criterium incontinentie),
of
c.) Een persoon is die in het kader van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) omwille van een lichamelijk letsel in aanmerking komt voor een tegemoetkoming incontinentie (leeftijd tussen 4 en 65 jaar).
Deze personen moeten via een attest van de zorgkas, het ziekenfonds of het VAPH bewijzen dat zij voldoen aan de gestelde voorwaarden.
C.) Gezinnen met 3 kinderen jonger dan 21 jaar. Kinderen getroffen door een handicap van ten minste 66% of die ten minste 9 punten behalen op de schaal van zelfredzaamheid worden voor toepassing van dit reglement als 3 kinderen aanzien
Per gezin wordt maximaal één belastingvermindering toegekend
Artikel 7 – Invordering van de belasting
De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De belasting voor de ophaling en verwerking van restafval, zoals bedoeld in artikel 4 § 1.,wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen
De belasting wordt contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs voor de prestaties in het kader van de ophaling en verwerking van restafval, zoals bedoeld in artikel 4 §§ 2 en 3.
In toepassing van artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) wordt MIWA gemachtigd de belastingen zoals bedoeld in artikel 4 §§ 1, 2 en 3, te innen voor het gemeentebestuur.
Artikel 8 – Betaling van de belasting
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet, voor de ophaling en verwerking van restafval, zoals bedoeld in artikel 4 § 1.
Als de contante inning van de belasting voor de prestaties in het kader van de ophaling en verwerking van restafval, zoals bedoeld in artikel 4 §§ 2 en 3 niet kan worden uitgevoerd, wordt deze belasting een kohierbelasting.
Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Artikel 9 – Bezwaren- en beroepsprocedure
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen van Waasmunster.
Het bezwaar moet ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval schriftelijk worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag, of vanaf de datum van de contante inning. Wanneer de contantbelasting een kohierbelasting is geworden, start de bezwaartermijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaarschrift moet per brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden op de hoorzitting waarop het bezwaarschrift zal behandeld worden, moet hij dit uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift.
Binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger.
Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of bij gebrek aan een beslissing binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift (negen maanden als de betwiste aanslag ambtshalve werd gevestigd) kan beroep ingesteld worden bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent. Artikelen 1385 decies en 1385 undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing. De vormen, de termijnen en de rechtspleging voor de bevoegde rechtbanken en hoven worden geregeld zoals inzake rijksinkomstenbelastingen en gelden voor alle betrokken partijen.
Artikel 10 – Andere algemene bepalingen
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, met latere aanvullingen en wijzigingen, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing, voor zover zij niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 11 - Toezicht en bekendmaking
Dit besluit zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikelen 285 tot en met 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Miwa haalt in opdracht van het gemeentebestuur huishoudelijk restafval en/of daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval op en verwerkt het. Hiervoor is een belasting verschuldigd.
Daarnaast verzorgt Miwa in opdracht van het gemeentebestuur de ophaling op aanvraag van bepaalde afvalstoffen en biedt Miwa bepaalde diensten en materialen aan in het kader van de preventie en verwerking van afval
Door particuliere huishoudens, KMO’s en zelfstandige ondernemers worden eveneens afvalstoffen in de recyclageparken aangeboden. Miwa staat in voor de exploitatie van deze recyclageparken.
Op het recyclagepark wordt diftar met weging toegepast, waarbij de betalende fracties worden gewogen en onmiddellijk afgerekend volgens het aangeleverde gewicht. Een goede verhouding tussen de retributies voor de verschillende fracties, gratis of betalend, is noodzakelijk om een correcte sortering te stimuleren. Dankzij de invoering van diftar werd een sterke reductie van de hoeveelheden ongesorteerd afval (grofvuil en gemengd bouw- en sloopafval) bekomen. De tarieven van de betalende fracties moeten worden afgestemd op de transport- en verwerkingskosten van deze fracties.
Juridisch kader
De gemeente Waasmunster is lid van Miwa en heeft beheersoverdracht aan Miwa gedaan voor de exploitatie van het recyclagepark.
Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2016-2022 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, en dus ook voor de werking en exploitatie van een recyclagepark.
Het Materialendecreet implementeert de Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen in Vlaanderen.
Artikel 26 van het Materialendecreet geeft aan de gemeenten de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.
Artikel 10 van hetzelfde decreet bepaalt dat de gemeenten de kosten van het beheer van huishoudelijk afval moeten verhalen op de afvalproducenten.
Het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, VLAREMA, bevat o.a. voorschriften voor de selectieve inzameling van afvalstoffen.
Artikel 5.1.1 van het VLAREMA bepaalt dat de gemeenten het principe “de vervuiler betaalt” moeten toepassen bij de berekening van de bijdrage in de kosten die door de burger moet worden betaald.
Bijlage 5.1.4 van het VLAREMA legt de minima en maxima tarieven vast voor de inzameling van een aantal afvalstoffen op het recyclagepark.
Artikel 4.3.2 van het VLAREMA bepaalt dat bedrijven en zelfstandigen verplicht zijn om hun afval gesorteerd aan te bieden.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en de gemeentebelastingen, zoals gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en de gemeentebelastingen;
Omzendbrief KB/ABB 2019/2van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit
Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen .
Het retributiereglement op het aanbieden van afvalstoffen op het recyclagepark en op de ophaling op aanvraag van bepaalde afvalstoffen vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2019 en het retributiereglement op de publieke verkoopprijs van compostvaten vastgesteld door de gemeenteraad op 6 maart 2002, met ingang van 1 januari 2023 op te heffen en te vervangen door onderstaand retributiereglement:
Artikel 1 – Heffingstermijn
Met ingang van 1 januari 2023 wordt een retributie geheven op het aanbieden van afvalstoffen op het recyclagepark, op de ophaling op aanvraag van bepaalde afvalstoffen, op de verwerking van afvalstoffen en op de diensten van overig afvalbeheer.
Artikel 2 – Retributieplichtige
De retributie is verschuldigd door degene die :
* de ophaling aan huis van bepaalde afvalstoffen heeft aangevraagd
* de afvalstoffen aanbiedt op het recyclagepark
* gebruik maakt van een alternatieve inzamelingswijze
* gebruik maakt van een dienst in het kader van overig afvalbeheer.
Naargelang de aard van het gebruik is de retributie verschuldigd voorafgaand aan het gebruik, bij het gebruik of achteraf na het gebruik van de dienst, de infrastructuur of het materieel.
Artikel 3 – Tarieven
§1. Tarieven voor ophaling op aanvraag aan huis
A.) Ophalen grofvuil
* Voor een hoeveelheid grofvuil van 0,00 tot 1,49 m³ 60,00 EUR forfaitair
* Voor een hoeveelheid grofvuil van 1,50 tot 1,99 m³ 85,00 EUR forfaitair
* Voor een hoeveelheid grofvuil van 2,00 tot 2,49 m³ 110,00 EUR forfaitair
* Voor een hoeveelheid grofvuil van 2,50 tot 2,99 m³ 130,00 EUR forfaitair
* Voor een hoeveelheid grofvuil van 3,00 tot 3,49 m³ 155,00 EUR forfaitair
* Voor een hoeveelheid grofvuil van 3,50 tot 3,99 m³ 180,00 EUR forfaitair
* Voor een hoeveelheid grofvuil van 4,00 m³ 200,00 EUR forfaitair
Deze retributie moet vooraf worden betaald. Bij gebrek aan voorafgaande betaling wordt het grofvuil niet opgehaald.
B.) Ophalen asbesthoudende golfplaten, (gevel)leien, buizen, bloembakken en schoorstenen
* Asbestplaatzak 30,00 EUR per zak te betalen bij aankoop van de zak
*Asbestkuubzak 30,00 EUR per zak te betalen bij aankoop van de zak
* Beschermingsset ▪ Voor de eerste set gratis
Voor een bijkomende set 10,00 EUR per set te betalen bij aankoop van de set
§2. Tarieven voor aanbieden in het recyclagepark door particulieren
* Groenafval 0,04 EUR per kg
* Bouw- en sloopafval 0,14 EUR per kg
* Steenpuin 0,02 EUR per kg
* Houtafval 0,05 EUR per kg
* Grofvuil 0,28 EUR per kg
* Asbesthoudend afval:
*Luiers (verplicht aan te bieden in reglementaire luierafvalzak) 23,00 EUR per rol van 20 zakken
* Volgende fracties kunnen gratis aangeboden worden:
§3. Tarieven voor aanbieden in het kmo-recyclagepark (Op onderstaande tarieven is BTW van toepassing)
De retributie moet worden betaald bij het verlaten van het recyclagepark
§4 Tarieven voor het gebruik van alternatieve inzamelingswijzen
A.) Pmd
o Ondergrondse containers: 0,125 EUR per aanbieding van 30 liter
B) Papier en karton
o Maandelijks ophalen aan huis :gratis
o Bovengrondse afvalcontainers :gratis
o Ondergrondse afvalcontainers : gratis
C.) Textiel
Stickers voor driemaandelijks ophalen aan huis : gratis
Gebruik van een textielcontainer : gratis
D.) Snoeihout
Driemaandelijks ophalen aan huis : gratis
E) Glas
o In glasbollen : gratis
o Ondergrondse containers:gratis
§5 Tarieven voor het gebruik van een dienst in het kader van overig afvalbeheer.
Composteerartikelen
* Compostvat : 30,00 EUR
* Beluchtingsstok : 5,00 EUR
* Compostbak : 90,00 EUR
* Aanbouwmodule : 75,00 EUR
§ 6. Indexering van de tarieven
De tarieven vermeld onder artikel 3 § 2 en §3 worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd en dit voor een eerste maal op 1 januari 2024, waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule.
Voor de berekening wordt het oorspronkelijk tarief vastgesteld op 01/01/2023 (P) vermenigvuldigd met de eindindex ( consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 augustus van jaar voorafgaand aan het aanslagjaar (c)) en gedeeld door de beginindex (consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023(C)).
k = P * c / C
P = Tarief op 1 januari 2023
C = consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023
c = consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 augustus van jaar x-1
x = aanslagjaar
k = het nieuwe tarief volgende de bovengenoemde afrondingsregels.
De herziene bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgestelde maximumtarief gehanteerd.
Artikel 4 – Definitief karakter
Dit besluit zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikelen 285 tot en met 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Bij gemeenteraadsbesluit van 31/01/2019 werd het belastingreglement op het inzamelen en verwerken van huishoudelijk restafval en aan huishoudelijk afval gelijkgesteld restafval vastgesteld;
Vanaf 1 juli 2019, bij de invoering van diftarophaling van het huishoudelijk restafval, werd de ophaling van restafvalzakken en luierafvalzakken stopgezet;
Het luierafval kan, mits gebruik van luierafvalzakken, wel nog worden aangeboden in het recyclagepark;
Bij gemeenteraadsbesluiten van vandaag werden het belastingreglement op het inzamelen en verwerken van huishoudelijk restafval en aan huishoudelijk afval gelijkgesteld restafval en het retributiereglement op het aanbieden van afvalstoffen op het recyclagepark en op de ophaling op aanvraag van bepaalde afvalstoffen aangepast
Hierbij werd de tarifering voor de luierafvalzakken opgenomen in het retributiereglement op het aanbieden van afvalstoffen op het recyclagepark en op de ophaling op aanvraag van bepaalde afvalstoffen
Door de stijgende kosten voor de ophaling en verwerking van het GFT-afval is het noodzakelijk de tarieven aan te passen
Om de burgers de mogelijkheid te geven om reeds aangekochte GFT-labels op te gebruiken wordt een overgangsperiode tot 1 juli 2023 voorzien;
Er wordt opdracht gegeven aan het College om een praktische regeling voor de omruiling van GFT-labels uit te werken
Juridisch kader
Het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen .
De bepalingen in verband met de verkoop van luierafvalzakken in het retributiereglement op de verkoop van luierafvalzakken en GFT-labels vastgesteld door de gemeenteraad op 28 februari 2019 met ingang van 1 januari 2023 op te heffen.
Het retributiereglement op de verkoop van luierafvalzakken en GFT-labels vastgesteld door de gemeenteraad op 28 februari 2019 met ingang van 1 juli 2023 op te heffen en te vervangen door onderstaand retributiereglement op de ophaling en verwerking van GFT-afval:
Artikel 1 – Heffingstermijn
Met ingang van 1 juli 2023 wordt een retributie geheven op de ophaling en verwerking van GFT-afval
Artikel 2 - Berekeningsgrondslag
De ophaling van GFT-afval gebeurt per aansluitpunt door middel van containers van 40, 120 of 240 liter. Deze containers zijn eigendom van MIWA. De containers behoren toe aan de fysische locatie (gebouw, infrastructuur of domein) van het ophaalpunt.
De retributie is verschuldigd per keer dat :
a) GFT-afval voor ophaling wordt aangeboden
b) een bijkomende container wordt aangekocht
Artikel 3 -Tarieven
a) Labels voor het ophalen van groente-, fruit- en tuinafval :
* Voor het ophalen van een container van 40 liter 0,75 EUR per container
* Voor het ophalen van een container van 120 liter 2,40 EUR per container
* Voor het ophalen van een container van 240 liter 4,80 EUR per container
De labels worden verkocht per vel van10 labels.
b) Aankoop van een bijkomende container:
* Voor een container van 40 liter : 35,00 EUR per container
* Voor een container van 120 liter : 45,00 EUR per container
* Voor een container van 240 liter : 50,00 EUR per container
c) De handelaars die de GFT-labels op vraag van het gemeentebestuur verkopen bekomen een korting van 2 procent op de verkoopprijs als onkostenvergoeding
d) Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd om een praktische regeling te treffen voor de verkoop van de GFT-labels
Artikel 4 - Overgangsbepalingen
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd om om een praktische regeling voor de omruiling van GFT-labels uit te werken.
Artikel 5 -Toezicht en bekendmaking
Dit besluit zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikelen 285 tot en met 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De looptijd van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein vastgesteld door de gemeenteraad op 30 januari 2020 eindigt op 31 december 2022.
De gemeenteraad actualiseert het retributiereglement en verlengt het voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025.
Juridisch kader
Het feit dat de stad/gemeente en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;
Het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;
De goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;
Het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;
Het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;
De actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;
Het gemeenteraadsbesluit van 30 januari 2020;
Het decreet lokaal bestuur;
Artikel 1 - Algemeen
§ 1. Met ingang van 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025 onderhavig retributiereglement in te voeren.
§ 2. Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn :
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad/gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad/gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast., naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 4 – Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5 – Definitief karakter
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Er zijn 2 voertuigen aan vervanging toe nl. wagen van 1998 en 2012 waarbij de kosten voor herstel te hoog en niet meer verantwoord zijn.
Juridisch kader
De Raad,
In het kader van de opdracht “Aankoop kleine bestelwagens voor technische dienst” werd een bestek met nr. 2022/291 opgesteld door de Technische Dienst.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 40.000,00 excl. btw of € 48.400,00 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 20 februari 2023 om 12.30 uur voorgesteld.
Toepasselijke wetgeving:
- Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
- De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
- Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
- Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
- De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
- De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet).
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
- Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Art. 1 : Het bestek met nr. 2022/291 en de raming voor de opdracht “Aankoop kleine bestelwagens voor technische dienst”, opgesteld door de Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 40.000,00 excl. btw of € 48.400,00 incl. 21% btw.
Art. 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art. 3 : Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Garage Dieleman, Hoogstraat 104 te 9250 Waasmunster;
- Garage Imschoot, Grote Baan 108 te 9250 Waasmunster;
- Garage Van Goethem, Manta 19 te 9250 Waasmunster;
- Garage Vanhoecke, Prins Boudewijnlaan 117 te 9100 Sint-Niklaas;
- Mercedes-Benz Hedin Automotive, Industriepark Noord 2 te 9100 Sint-Niklaas;
- Waasland Automotive, Europark Zuid 4 te 9100 Sint-Niklaas.
Art. 4 : De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 20 februari 2023 om 12.30 uur.
De Raad,
Naar aanleiding van de heraanleg van de Hoogstraat – Stationsstraat werd er een tijdelijk verkeersreglement opgemaakt met als doel de vernieuwde “Stationsbuurt te evalueren.
Op 05.09.2018 en 08.10.2019 was er een rondgang met alle betrokkenen waarbij de markeringen en signalisatie nader bekeken en besproken werden;
De vernieuwde verkeerssituatie werd, tijdens het overleg verkeer dd. 01.02.2019, een eerste keer geëvalueerd
Het College van 11 februari 2019 besliste, naar aanleiding van de hogergenoemde evaluatie, het tijdelijk verkeersreglement te verlengen voor een periode van 7 maanden (vanaf 01 maart tot en met 30 september 2019) en bijkomende evaluatie te voorzien.
Door de corona crisis, werden de verdere evaluaties noodgedwongen uitgesteld tot het overleg van 17.11.2021, waarbij opnieuw een positieve evaluatie werd vastgesteld.
Op vraag van het College werd er er een bijkomende evaluatie gevraagd aan de Project Stuurgroep (PSG) van 04.11.2022, waarbij er geen fundamentele opmerkingen werden geformuleerd.
Bijkomend werd op vraag van De Lijn de halteplaats ter hoogte van Stationsstraat/ Spoorwegstraat nader bekeken en werd er beslist, omwille van de veiligheid en comfort voor de reizigers, deze aan te passen.
Het zebrapad werd verwijderd en enkele parkeerplaatsen werden opgeheven zodoende voldoende ruimte te creëren aan de halteplaats.
De voorziene maatregel betreft gemeentewegen
Juridisch kader
Toepasselijke wetgeving:
- Het Decreet Lokaal Bestuur
- De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
- Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
- Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
- Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van
de verkeerstekens;
- De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009;
Art.1 : Zich akkoord te verklaren met het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen tot invoeren van navolgende verkeersreglementering voor de Hoogstraat en Stationsstraat, grondgebied Waasmunster, zoals voorzien in artikel 2 van dit besluit.
Art. 2 : signalisatie dient te worden voorzien conform de 3 signalisatieplannen die als bijlage aan dit besluit worden gehecht.
Art.3 : De nodige verkeerssignalisatie zal volgens de wettelijke bepalingen van het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald worden geplaatst.
Art.4 : Dit aanvullend verkeersreglement treedt in werking vanaf 01 januari 2023.
Art.5 : Alle voorgaande beslissingen die strijdig zijn met het huidig reglement worden opgeheven.
Art.6 : Afschrift van tegenwoordig besluit zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan: afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Vlaamse Overheid, Koning Albert II-laan 20 bus 2,1000 Brussel, aan de Gouverneur van Oost-Vlaanderen, aan Deputatie Dienst Griffie, aan de politierechtbank Dendermonde, Agentschap Wegen & Verkeer en aan de politiezone Hamme-Waasmunster.
Art.7 : Dit reglement zal in overeenstemming met art. 286 van het Decreet Lokaal Bestuur worden bekendgemaakt.
Thv de hoek Groenselstraat - Lange Veldstsraat komt een nieuwe verkaveling. De straat is openbaar domein en dient een nieuwe straatnaam te krijgen.
Advies cultuurraad van september 2018:
“Kluizenaarstraat: in de Lange Velstraat heeft een man als kluizenaar gewoond, eerst jarenlang samen met zijn zuster en dan nog een ganse tijd alleen. Zijn naam was Frans Van Namen. Het was een excentriek man die op een heel aparte en voor de meeste mensen onverklaarbare manier, zijn leven leidde. Kluizenaar is een naam die veelal gegeven werd aan religieuzen die teruggetrokken leefden of aan mensen die om een bepaalde reden een leven van eenzaamheid verkozen of verkiezen. Er zijn meer hedendaagse kluizenaars dan wij vermoeden."
Het college besliste deze naam voorlopige vast te stellen in zitting van 28/11/2022.
Juridisch kader
Art. 1: De straatnaam van de nieuw aan te leggen straat thv hoek Groenselstraat - Lange Veldstraat voorlopig als volgt vast te stellen: “Kluizenaarstraat”.
Art. 2: Het college te belasten met de bekendmaking van de voorlopige vaststelling van deze straatnaam conform de bepalingen van artikel 4 van het decreet van 28/01/1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, door een openbaar onderzoek (30 dagen) te organiseren dmv aanplakking.
Art.3: Dit besluit na afsluiting van de bekendmaking voor te leggen aan de gemeenteraad voor definitieve vaststelling van de straatnaam.
De diensten cultuur, sport, jeugd en toerisme bieden activiteiten aan waarvoor deelnameprijzen worden gevraagd, waarvan sommige jaarlijks wijzigen. Deze inkomsten van de activiteiten van de vrijetijdsdiensten worden ingeboekt op het gemeentelijk budget.
De gemeenteraad dient de tarieven voor deze inkomsten vast te stellen, conform het decreet Lokaal Bestuur.
Voor 2023 zijn er een aantal wijzigingen van tarieven voor de sport- en jeugdkampen en andere sport- en jeugdactiviteiten, voornamelijk door de indexeringen van uitgaven voor monitoren en externe firma's of begeleiders die sommige kampen in opdracht van het bestuur verzorgen.
Bovendien werd er in zitting van 5/12/22 door het college van burgemeester en schepenen beslist om voor de speelplein- en speelnestwerking enkel nog dagtarieven te hanteren (tarieven per halve dag worden geschrapt). Voor de gemeentelijke speelpleinwerking kunnen we vaststellen dat na 2 coronazomers er geen vraag meer is om kinderen een halve dag in te schrijven op het speelplein en voor de gemeentelijke kinderopvang 't Speelnest stellen we halve dag inschrijvingen enkel vast op woensdagvoormiddag. Andere dagen schrijven ouders hun kind(eren) in voor volledige dagen. Inschrijvingen per dag is voor ouders en achterliggende administratie overzichtelijker en brengt meer duidelijkheid over het aantal aanwezige kinderen in de opvang. Het aantal begeleiders kan hierop beter worden afgestemd.
De voorstellen van aanpassingen werden voorgelegd aan de vrijetijdsraad van 5/12/22 en kregen een positief advies - zie bijlage.
De tarieven voor de programmatie in theaterzaal De Meermin (seizoen 23-24) worden samen met tarieven van eventuele nieuwe initiatieven en andere retributies aan de zitting van de gemeenteraad van maart of april 2024 voorgelegd.
Juridisch kader
Toepasselijke wetgeving : Decreet Lokaal Bestuur
Advies van de vrijetijdsraad van 5/12/2022.
Art. 1: De tarieven van de activiteiten van de dienst sport voor 2023 vast te stellen volgens het overzicht in bijlage (1)
Art. 2: De tarieven van de activiteiten van de dienst jeugd voor 2023 vast te stellen volgens het overzicht in bijlage (2)
Jaarlijks stelt de gemeenteraad de nieuwe begroting vast. Dit is het financiële huishoudboekje van de gemeente. In de begroting staat welke keuzes het college voorstelt aan de gemeenteraad over het verdelen van het geld van de gemeente, dus wat komt er aan geld binnen en waar geven we het aan uit?
Met de begroting wordt het beleid en het budget vastgesteld voor 2023. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om financiële middelen beschikbaar te stellen. Door de begroting vast te stellen geeft de gemeenteraad het college toestemming om geld uit te geven aan de activiteiten.
Wie het woord begroting leest of hoort, heeft vaak de neiging om meteen af te haken. Omdat gemeentelijke begrotingen vaak behoorlijk ingewikkeld in elkaar zitten, hebben burgers en zelfs gemeenteraadsleden hier dikwijls weinig zicht op.
Open Vld Waasmunster vindt het belangrijk dat iedereen kan zien welke keuzes de gemeente maakt en wil de burgers meer bij het werk van de gemeente betrekken. Daarom stelt onze fractie voor om de informatie daarover zo bevattelijk mogelijk voor te stellen: de begroting in één oogopslag, zo weergegeven dat ze voor iedereen te begrijpen is.
Art. 1 : De gemeenteraad geeft opdracht aan het college om een begroting in één oogopslag op te maken waarbij de begroting zo weergegeven wordt dat ze voor iedereen te begrijpen is en om deze dan ook via de gemeentelijke communicatiekanalen (zoals website en Vierschaar) kenbaar te maken en met doorklikmogelijkheid voor verdere details en info.
De mondelinge vragen kunnen beluisterd worden op de website.
De voorzitter sluit de zitting op 22/12/2022 om 21:50.
Namens gemeenteraad,
Bram Collier
algemeen directeur
Yari Van Kaer
voorzitter van de raad