Terug
Gepubliceerd op 10/12/2025

Besluit  gemeenteraad

do 18/12/2025 - 19:30

Gemeentefinanciën : Vaststelling belastingreglement op administratieve prestaties door de gemeentelijke diensten uitgezonderd de cluster omgeving en infrastructuur.

De gemeenteraad dient het belastingreglement op administratieve prestaties door de gemeentelijke diensten uitgezonderd de cluster omgeving en infrastructuur opnieuw vast te stellen.

Juridisch kader

De financiële toestand van de gemeente rechtvaardigt en vergt de invoering van alle rendabele belastingen.

Dit blijkt ook uit de meerjarenplanning die beantwoordt aan alle opgelegde evenwichtscriteria conform de BBC regelgeving.

In toepassing van het gelijkheidsbeginsel is het verantwoord dat de burger voor gelijkaardige documenten eenzelfde kostprijs wordt aangerekend.

Particulieren vragen geregeld afschriften vragen van allerlei documenten zowel op papier als op digitale drager.

Omwille van de duidelijkheid voor de burger is het wenselijk is om alle belastingen voor administratieve prestaties door de gemeentelijke diensten met uitzondering van de cluster omgeving en infrastructuur te bundelen in een apart belastingreglement.

 

Regelgeving :

  • Artikelen 41, 162 en 170 §4 van de Grondwet.
  • Artikelen 7 tot 9 van de Programmawet van 20 juli 2006.
  • Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, art 40 en 41.
  • Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
  • Het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019.
  • De Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
  • Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit.
  • Wetboek van Inkomstenbelastingen.
  • Invorderingswetboek van 13 april 2019.
  • Het gerechtelijk wetboek.

 

Besluit

Art. 1 : Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 ten behoeve van de gemeente Waasmunster een belasting geheven op administratieve prestaties door de gemeentelijke diensten uitgezonderd de cluster omgeving en infrastructuur.

 

Art. 2 : Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald :

  1. Op de afgifte van elektronische identiteilskaarten van Belgen : een gemeentelijke belasting van 4,80 euro per identiteitskaart verhoogd met de kostprijs aangerekend door FOD Binnenlandse Zaken aan het gemeentebestuur.
  2. Op de afgifte, vernieuwing, verlenging of vervanging van de elektronische verblijfsbewijzen voor vreemdelingen : een gemeentelijke belasting van 4,80 euro verhoogd met de kostprijs aangerekend door FOD Binnenlandse Zaken aan het gemeentebestuur.
  3. Op de afgifte van elektronische identiteitsdocumenten voor kinderen van Belgische nationaliteit jonger dan 12 jaar (de Kids ID) : de kostprijs aangerekend door FOD Binnenlandse Zaken.  Op verzoek van de persoon of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over een kind onder de twaalf jaar kan een identiteitsdocument worden afgegeven op naam van dit kind.
  4. Op de afgifte van elektronische identiteitsbewijzen voor kinderen van vreemde nationaliteit jonger dan twaalf jaar : een gemeentelijke belasting per identiteitsbewijs gelijk aan de kostprijs aangerekend door FOD Binnenlandse Zaken voor de Kids ID.  Op verzoek van de persoon of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over een kind onder de twaalf jaar kan een identiteitsbewijs worden afgegeven op naam van dit kind.
  5. Op de afgifte van reispassen aan personen ouder dan 18 jaar : een gemeentelijke belasting van 6,00 euro verhoogd met de aanmaakkost en het consulair recht aangerekend door de federale overheid aan het gemeentebestuur
  6. Op de afgifte van reispassen aan personen jonger dan 18 jaar: de aanmaakkost aangerekend door de federale overheid aan het gemeentebestuur.
  7. Op het afleveren van rijbewijzen : Een gemeente|ijke belasting van 4,80 euro verhoogd met de retributies en vergoedingen aangerekend door de federale overheid aan het gemeentebestuur.
  8. Op het opnieuw afleveren, aan het loket burgerzaken, van de codes verbonden aan de elektronische identiteitskaarten en de elektronische identiteitsdocumenten 6,00 euro per identiteitskaart of identiteitsdocument.
  9. Op de procedure voor het wijzigen van de voornaam :
    1. 125,00 euro voor een gewone voornaamswijziging
    2. 12,50 euro voor de voornaamswijziging van een transgender.
    3. gratis voor personen van een vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en die geen voornaam hebben.
  10. Op het opzoeken door gemeentepersoneel van genealogische gegevens uit het archief in het kader van stamboomonderzoek  :
    1. Prestaties minder dan 15 minuten: 7,50 euro
    2. Prestaties tussen 15 en 30 minuten: 15,00 euro
    3. Prestaties tussen 30 en 60 minuten: 30,00 euro
    4. Voor elke bijkomende begonnen halfuur na 1 uur: 30,00 euro
  11. Op de afgifte van allerlei uittreksels afschriften die op verzoek worden uitgereikt :
    1. 0,20 euro voor een zwart-wit kopie A4-recto
    2. 0,40 euro voor een zwart-wit kopie A4-recto verso of A3-recto
    3. 0,80 euro voor een zwart-wit kopie A3 recto verso
    4. 1,20 euro voor kleurenkopie A4-recto
    5. 2,40 euro voor een kleurenkopie A4- recto verso of A3-recto
    6. 4,80 euro voor een kleurenkopie A3 recto verso

Er worden geen kopieën afgeleverd op andere wijze, drager of in andere dan de hiervoor vermelde formaten.


Art. 3 : Belastingvrijstellingen

Stukken, documenten, formulieren ed. die van de belasting zijn vrijgesteld :

  1. De stukken, welke krachtens een wet, Koninklijk Besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven.
  2. De stukken welke aan onvermogende personen worden afgegeven. De staat van onvermogen wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk.
  3. De machtigingen met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties.
  4. De machtiging met betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente.
  5. De stukken die worden afgeleverd aan eenieder die verklaart dat ze dienen te worden voorgelegd om een tewerksteIIing te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving.
  6. De geldigheidsverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de N.M.B.S., De Lijn en de openbare vervoerdiensten.
  7. De stukken, welke krachtens een wet, een Koninklijk Besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen zijn.  Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten die ambtshalve toekomen aan de gemeenten belast met het afgeven van reispassen en waarvan sprake is in het Regentsbesluit dd. 26/07/1948.

Instanties die van de belasting zijn vrijgesteld :

  1. De gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen alsook de instellingen van openbaar nut.


Art. 4 : Jaarlijkse indexering :

De tarieven vermeld in dit reglement worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de consumptieprijzen van de maand november van het voorgaande jaar volgens de formule:

R x I /i

Waarbij :

R = tarieven vastgesteld in artikel 2

I = index van de maand november van het voorgaande jaar

i = index van de maand november 2025 (basis 2004)

 

Hierbij gelden met uitzondering van art. 2.9.b en art. 2.11 volgende afrondingsregels :

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 1 euro.

Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1 tot en met 49 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 1 euro.

Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 50 tot en met 99 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 1 euro.

 

Voor de tarieven vermeld in art. 2.9.b en  art. 2.11 gelden de volgende afrondingsregels:

De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 10 cent.

Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1,2,3 en 4 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 10 cent.

Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 5,6,7, 8 en 9 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 10 cent.

 

Art. 5 : De belasting wordt zonder uitstel geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contantbelasting niet zonder uitstel geïnd kan worden, wordt de belasting ingekohierd en volgt ze de regels van een kohierbelasting.

Art. 6 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen van Waasmunster. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend , ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingplichtige de aanslag heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de inning van de contantbelasting.

Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.

Als het bezwaarschrift,  verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden dient dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vragen.

Art. 7 : Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of bij gebrek aan een beslissing binnen de termijnen vermeld in artikel 9,§5 van het decreet kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent. Artikelen 1385 decies en 1385 undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing . De vormen, de termijnen en de rechtspleging voor de bevoegde rechtbanken en hoven worden geregeld zoals inzake rijksinkomstenbelastingen en gelden voor alle betrokken partijen.

Art. 8 : De bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen zijn van toepassing op deze belasting.

Art. 9 : Zonder afbreuk te doen aan Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van toepassing, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen:

1° de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;

2° het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

Art. 10 : Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.

Art. 11 : Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2026 en zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur. (artikel 286 en 287)

Art. 12 : De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur. (artikel 330