De gemeenteraad dient het belastingreglement op tweede verblijven opnieuw vast te stellen.
Juridisch kader
De financiële toestand van de gemeente rechtvaardigt en vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Dit blijkt ook uit de meerjarenplanning die beantwoordt aan alle opgelegde evenwichtscriteria conform de BBC regelgeving.
De gemeente levert heel wat inspanningen voor personen die niet zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente, maar die er toch dikwijls verblijven en dus ook gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening. Wie niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente, wordt er ook niet aangeslagen in de aanvullende personenbelasting.
Het is daarom billijk dat er een belasting wordt geheven voor deze tweede verblijven. Deze belasting dient redelijk in verhouding te staan met de belastingen die inwoners betalen.
Deze gemiddelde fiscale inkomst (uit de personenbelasting) per woning waar iemand is gedommiciliierd in Waasmunster wordt geraamd op 1.500 euro. (aanslagjaar 2026)
Regelgeving :
Art. 1 : Er wordt voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 ten behoeve van de gemeente Waasmunster een belasting geheven op tweede verblijven.
Art. 2 : Definiëring:
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
Art. 3 : De belasting is ondeelbaar en voor het gehele jaar verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar houder is van het zakelijk recht van het tweede verblijf.
In geval van mede-eigendom is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingplichtig in verhouding tot zijn aandeel in het tweede verblijf. Elke niet-vrijgestelde mede-eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belasting.
Art. 4 : Belastingvrijstellingen
Van de belasting zijn vrijgesteld : de verblijfsgelegenheden die op 1 januari van het aanslagjaar voldoen aan één van de volgende criteria.
Art. 5 : Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 450,00 euro voor de verplaatsbare constructies en 1.500,00 euro voor de vaste constructies.
Art. 6 : Jaarlijkse indexering
De tarieven vermeld in dit reglement worden op 01 januari van ieder jaar aangepast aan de index van de consumptieprijzen van de maand november van het voorgaande jaar volgens de formule:
R x I /i
Waarbij :
R = tarief vastgesteld in artikel 5
I = index van de maand november van het voorgaande jaar
i = index van de maand november 2025 (basis 2004)
De aldus bekomen bedragen worden afgerond naar een veelvoud van 1 euro.
Dit houdt in dat een geïndexeerd bedrag dat eindigt op 1 tot en met 49 eurocent wordt afgerond naar het lagere veelvoud van 1 euro.
Het geïndexeerd bedrag dat eindigt op 50 tot en met 99 eurocent wordt afgerond naar het hogere veelvoud van 1 euro.
Art. 7 : De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier. Het belastingkohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.
Art. 8 : De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Art. 9 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen van Waasmunster. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend , ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de belastingplichtige de aanslag heeft ontvangen of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de inning van de contantbelasting.
Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.
Als het bezwaarschrift, verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden dient dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vragen.
Art. 10 : Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of bij gebrek aan een beslissing binnen de termijnen vermeld in artikel 9,§5 van het decreet kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent. Artikelen 1385 decies en 1385 undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing . De vormen, de termijnen en de rechtspleging voor de bevoegde rechtbanken en hoven worden geregeld zoals inzake rijksinkomstenbelastingen en gelden voor alle betrokken partijen.
Art. 11 : De bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen zijn van toepassing op deze belasting.
Art. 12 : Zonder afbreuk te doen aan Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn van toepassing, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen:
1° de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;
2° het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.
Art. 13 : Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.
Art. 14 : Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2026 en zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur. (artikel 286 en 287)
Art. 15 : De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur. (artikel 330)