In het kader van de invoering van het digitale platform EagleBe voor het beheer van het openbaar domein wordt voorgesteld het belastingreglement op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouw- en/of afbraakwerken aan te passen zodat het compatibel wordt met EagleBe.
In het huidig reglement wordt een progressief tarief per begonnen periode van 14 dagen toegepast beginnende met 4 euro per m² voor de eerste periode van 14 dagen en oplopende tot 5,50 euro per 14 dagen vanaf de 43ste kalenderdag. Telkens met een minimum aanslag van 60 euro per periode.
Voor het afsluiten van de straat wordt momenteel 70 euro per dag aangerekend met een minimum van 140 euro
De inname moet momenteel minimum 2 werkdagen vooraf worden aangevraagd. Als de aanvraag niet of te laat wordt ingediend wordt de belasting verhoogd met 50%.
De belasting wordt momenteel ingekohierd.
Aan de gemeenteraad worden volgende wijzigingen van het belastingreglement voorgesteld :
* De belasting wordt niet langer per periode van 14 dagen maar per kalenderdag aangerekend. Het tarief wordt vastgesteld op 0,40 euro per m² per dag. Het minimum van 60 euro blijft behouden maar is niet langer van toepassing per periode van 14 dagen maar per aanvraag. Hierdoor blijft het tarief ongewijzigd voor de meeste innames. Voor personen die het openbaar domein voor langere periode innemen betekent de berekening per dag en de afschaffing van het progressief tarief en het minimum per periode zelfs een belastingvermindering.
* het tarief voor het afsluiten van de straat blijft behouden
* De aanvraagtermijn wordt om praktische redenen verlengd naar minimum 8 werkdagen. De huidige termijn veroorzaakt vaak organisatorische problemen door te veel last minute aanvragen. Om tegemoet te komen aan de burger wordt een spoed procedure voorzien waarbij de aanvraag tot minimum drie werkdagen voor de inname kan worden ingediend. Om de burger te motiveren om zijn aanvraag tijdig te doen wordt bovenop de belasting voor de inname of het afsluiten van de straat, een forfaitaire belasting als administratieve kost aangerekend bij de spoedprocedure, bij laattijdige aanvragen en bij gebrek aan aanvraag.
Indien voor de inname een signalisatievergunning of een tijdelijk verkeersreglement nodig is kan de vergunning voor de privatisering slechts worden afgeleverd nadat de signalisatievergunning werd afgeleverd en/of het tijdelijk verkeersreglement is bekendgemaakt.
* De belastingverhoging met 50% indien geen aanvraag wordt ingediend voor het begin van de inname, wordt behouden.
* De vrijstelling voor het reglementair parkeren van voertuigen op een niet gereserveerde plaats blijft behouden.
* EagleBe maakt het mogelijk om online te betalen voorafgaand aan de afgifte van de vergunning. Dit betekent efficiëntiewinst omdat niet achteraf moet worden ingevorderd via een kohier en verhoogt het gebruiksgemak voor de burger die na betaling de vergunning onmiddellijk in zijn mailbox ontvangt. De belasting wordt daarom omgevormd tot een contantbelasting.
Ter illustratie van de wijze van berekening van de belasting volgen hierna enkele voorbeelden. In alle voorbeelden wordt er van uitgegaan van de plaatsing van een container van 15 m² gedurende een periode van 7 dagen :
1) W dient minstens 8 werkdagen vooraf zijn aanvraag in. De belasting wordt als volgt berekend 15m² x 0,40€/m² x 7 dagen = 42,00 euro. De minimumbelasting voor inname is 60 euro dus W betaalt 60,00 euro
2) X dient tussen de 8 werkdagen en de 3 werkdagen vooraf via de spoedprocedure zijn aanvraag in. De belasting wordt als volgt berekend 15m² x 0,40€/m² x 7 dagen = 42,00 euro. De minimumbelasting voor inname is 60 euro. Daarbovenop betaalt X de forfaitaire belasting voor de spoedprocedure van 30 euro. X betaalt in het totaal dus 90 euro belasting
3) Y dient tussen de 3 werkdagen voor de start van de inname en de effectieve start van de inname (laattijdig) zijn aanvraag in. De belasting wordt als volgt berekend 15m² x 0,40€/m² x 7 dagen = 42,00 euro. De minimumbelasting voor inname is 60 euro. Daarbovenop betaalt Y de forfaitaire belasting voor de laattijdige aangifte van 60 euro. Y betaalt in het totaal dus 120 euro belasting
4) Z dient geen aanvraag in. De bevoegde ambtenaar stelt de inname vast. Het College brengt Z per aangetekende brief op de hoogte van de vaststelling en de wijze van berekening en het bedrag van de belasting. Z heeft de mogelijkheid om zijn bemerkingen op de ambtshalve vestiging schriftelijk aan het College te bezorgen. De belasting wordt als volgt berekend 15m² x 0,40€/m² x 7 dagen = 42,00 euro. De minimumbelasting voor inname is 60 euro. Daarbovenop betaalt Z de forfaitaire belasting voor de niet-aangifte van 60 euro. Het samengetelde belastingbedrag van 120 euro wordt verhoogd met 50% ingevolge de ambtshalve vestiging. Het totale belastingbedrag bedraagt dus 180 euro. De ambtshalve gevestigde belasting wordt samen met de verhoging ingekohierd.
Juridisch kader
Het belastingreglement op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouw- en/of afbraakwerken vastgesteld door de gemeenteraad op 29/03/2002 zoals meermaals gewijzigd en verlengd. Laatst aangepast en verlengd door de gemeenteraad op 20/12/2018.
Artikelen 41, 162 en 170 §4 van de Grondwet;
Artikelen 7 tot 9 van de Programmawet van 20 juli 2006;
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en de gemeentebelastingen met latere aanvullingen en wijzigingen;
Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en de gemeentebelastingen;
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
De definiëring van werken in onroerende staat vermeld in artikel 19 §2 van het BTW KB nr1;
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente;
Gelet op het financieel meerjarenplan is het noodzakelijk de belastinginkomsten van de belastingen voor administratieve prestaties van de gemeentelijke dienst grondgebiedzaken te behouden om het budget ook voor de volgende jaren in evenwicht te houden;
Het Gemeentedecreet en het Decreet Lokaal Bestuur;
Het belastingreglement op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouw- en/of afbraakwerken vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 20 december 2018 met ingang van 1 juli 2021 op te heffen.
Art.1 : Er wordt voor een termijn te rekenen vanaf 1 juli 2021 tot en met 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein.
Art. 2 : Definities :
Voor toepassing van dit reglement wordt verstaan onder
1°tijdelijke privatisering :
Het tijdelijk in gebruik nemen van het openbaar domein voor private doeleinden meer bepaald
a. het afsluiten of laten afsluiten van een deel van het openbaar domein.
b. voor het plaatsen van materiaal, materieel en voertuigen en het inrichten van werfzones in het kader van bouw- en of afbraakwerken, grondwerken, terreinaanleg, groenonderhoud, levering, tijdelijke laad- en loszones.
Het reglementair parkeren van voertuigen op een niet vooraf gereserveerde plaats wordt niet als tijdelijke privatisering beschouwd.
2° ingenomen oppervlakte :
De oppervlakte die in aanmerking wordt genomen, is diegene van de rechthoek die rond het voorwerp of de groep voorwerpen, die de openbare weg innemen, kan getrokken worden. Delen van een m² worden als een volledige m² beschouwd;
3°bouw- en/of afbraakwerken :
Werken in onroerende staat zoals het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen, het schilderen, het bepleisteren, het afbreken, het beplanten, het aanleggen, het verharden, het ophogen of afgraven, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt.”
4°aangifte in spoedprocedure :
Aangifte van een tijdelijke privatisering tussen de acht en de drie werkdagen voor de start van de inname
5°laattijdige aangifte :
a. aangifte van een tijdelijke privatisering tussen de drie werkdagen voor de start van de inname tot net voor het begin van de inname
b. aangifte van de verlenging van een tijdelijke privatisering tussen de twee werkdagen voor de start van de verlenging van de inname tot net voor het begin van de verlenging
Art. 3 : §1. De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de machtiging tot tijdelijke privatisering van het openbaar domein. Bij gebrek aan aanvraag tot machtiging is de belasting verschuldigd door degene die de tijdelijke privatisering doet en subsidiair door diens opdrachtgever.
§2. De aannemer van de werken, de eigenaar, de huurder, de bewoner, de bouwheer, de architect of alle andere personen die bij de privatisering betrokken partij zijn, zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de belasting.
Art. 4 : De belasting wordt vastgesteld als volgt:
§ 1. 0,40 EUR per m² ingenomen oppervlakte per kalenderdag
Er is per aaneengesloten innameperiode een minimumbelasting verschuldigd van 60,00 EUR;
De belasting is ondeelbaar en steeds voor de gehele aaneengesloten periode verschuldigd.
§ 2. Indien de privatisering tot gevolg heeft dat gans de straat voor het verkeer dient afgesloten te worden is er, naast de belasting die wordt aangerekend onder artikel 4, § 1, een forfaitaire belasting van 70,00 EUR per dag verschuldigd. Deze belasting is steeds voor minimum 2 dagen verschuldigd.
§ 3. Bovenop de belasting voor de inname op basis van artikel 4 §1 en voor het afsluiten van de straat op basis van artikel 4 §2 wordt een forfaitaire belasting van 30,00 euro als administratieve kost aangerekend bij de aanvraag in spoedprocedure.
§4. Bovenop de belasting voor de inname op basis van artikel 4 §1 en voor het afsluiten van de straat op basis van artikel 4 §2 wordt een forfaitaire belasting van 60,00 euro als administratieve kost aangerekend bij laattijdige aanvragen en bij gebrek aan aanvraag.
Art. 5 : Van de belasting zijn vrijgesteld:
1° de tijdelijke privatisering door instellingen die ingevolge bijzondere wetten vrijgesteld zijn van alle gemeentelijke belastingen;
2° het oprichten of verbouwen van woongelegenheden door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een erkende sociale huisvestingsmaatschappij;
3° werken die uitgevoerd worden door of in opdracht van het gemeentebestuur van Waasmunster.
Art. 6 : § 1. De belastingplichtige is gehouden, uiterlijk acht werkdagen vóór de privatisering, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur en alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens te verstrekken.
De belastingplichtige wordt de mogelijkheid geboden om een aangifte in spoedprocedure te doen tussen de achtste en de derde werkdag voor de start van de inname mits betaling van de bijkomende belasting vermeld in artikel 4 §3.
Indien voor de inname een signalisatievergunning of een tijdelijk verkeersreglement nodig is kan de vergunning voor de privatisering slechts worden verleend nadat de signalisatievergunning werd afgeleverd en/of het tijdelijk verkeersreglement werd bekendgemaakt.
§ 2. Naar aanleiding van deze aangifte en na betaling van de belasting wordt aan de belastingplichtige een vergunning afgeleverd voor de privatisering van het openbaar domein.
§ 3. Deze aangifte geldt tevens als fiscale aangifte.
§ 4. De belastingplichtige die:
1° de termijn van de privatisering wenst te verlengen is gehouden uiterlijk twee werkdagen, vóór het verstrijken van de termijn vermeld in de vergunning, hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur.
2° de ingenomen oppervlakte wil uitbreiden is gehouden uiterlijk twee werkdagen vóór de uitbreiding van de oppervlakte hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur.
3° de termijn van de privatisering wenst in te korten is gehouden uiterlijk de dag na het ophouden van de privatisering hiervan aangifte te doen bij het gemeentebestuur. Het vroegtijdig beëindigen van de privatisering kan pas aanvaard worden vanaf het moment dat dit aan het gemeentebestuur wordt medegedeeld. In het andere geval zal de belasting verschuldigd zijn voor de periode waarvan aangifte werd gedaan zoals vermeld in artikel 6, § 1.
Art. 7 : §1. Bij gebrek aan aangifte voor de start van de inname of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte door de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve gevestigd op basis van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. Daartoe zijn door het College van Burgemeester en Schepenen personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement. De vaststellingen door deze personeelsleden gebeuren door middel van een proces-verbaal. Deze processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
§ 2. Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom gebruik wordt gemaakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
§ 3. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De belasting wordt niet gevestigd voor deze termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen.
§ 4. Als de belasting ambtshalve is gevestigd moet de belastingplichtige het bewijs leveren van de juistheid van de door hem ingeroepen elementen.
Art. 8 : De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve gevestigde belasting wordt verhoogd met 50 %. Het bedrag van deze belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Art. 9 : De belasting wordt contant geïnd. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd of bij gebreke van betaling, wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.
Art.10 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aanslag een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen van Waasmunster. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend , ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van contante inning.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden dient dit uitdrukkelijk in zijn bezwaarschrift te vragen.
Art. 11 : Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen of bij gebrek aan een beslissing binnen de termijnen vermeld in artikel 9,§5 van het decreet kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent. Artikelen 1385 decies en 1385 undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing . De vormen, de termijnen en de rechtspleging voor de bevoegde rechtbanken en hoven worden geregeld zoals inzake rijksinkomstenbelastingen en gelden voor alle betrokken partijen.
Art. 12 : De bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen zijn van toepassing op deze belasting.
Art. 13 : Verwijl- en moratoriumintresten zijn toepasselijk zoals inzake directe rijksbelastingen.
Art. 14 : Dit besluit zal worden afgekondigd en bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikelen 285 tot en met 287 van het Decreet Lokaal Bestuur.